Inhoudsopgave
Advertenties
9.4
Afdraaiproef
I
Zaadtank tenminste voor 1/4 met zaad
vullen.
I
Voor machines met verstelinrichting
voor de zaaihoeveelheid, zie
handleiding van de $0$7521
I
Telkens wanneer de instelling van de
aandrijfkast
afdraaiproef controleren of tijdens het
zaaien ook werkelijk de ingestelde
hoeveelheid wordt gezaaid!
Deze controle ook uitvoeren
nadat met ander type doseerwals
-
wordt gezaaid
voor het zaaien met een nieuwe
-
partij zaad (afwijking in korrelgroote
en
vorm,
ontsmettingsmiddel).
-
Zet een afdraai-emmer (Fig. 48/1) onder de
doseerunit
en open de kelp van de injecteur
(Fig. 48/2).
De opvangemmer hangt aan een houder en is met
een borgclip beveiligd.
-
Vastzetknop (Fig. 50/1) van de stelhendel van
de aandrijfkast losdraaien.
-
de wijzer van de stelhendel (Fig. 50/2) op een
van de onderstaande instellingen op de
aandrijfkast zetten:
Voor zaaien met:
Normale doseerwals stand 50
Middelfijne doseerwals – stand 50
Fijnzaad doseerwals – stand 15
-
Vastzetknop (Fig. 50/1) aandraaien.
Vroeger was het gebruikelijk in de zaaitabel de
waarde voor de eerste stand van de aandrijfkast
aan te geven. Deze waarden bleken variabel
vanwege de toestand van de korrels, voornamelijk
beïnvloed
door
ontsmettingsmiddelen en de methoden waarmee de
korrels werden ontsmet. De afwijkingen waren zo
groot, dat het gebruik van de zaaitabel geen
voordelen meer heeft. De juiste stand van de
aandrijfkast kan met gebruik van de rekenschijf,
zoals beschreven in hoofdstuk 9.4.1 zeer snel
worden vastgesteld .
is veranderd, met
soortelijk
gewicht
het
gebruik
Instellingen
een
Fig. 48
en
Fig. 49
Fig. 50
van
51
Advertenties
Inhoudsopgave
