Rijpaden aanleggen
46
8.6
Aanpassen aan de breedte van de banden
Indien het aantal rijpadenkouters moet worden
veranderd, dan moet het overeenkomstig aantal
rijpadenkleppen in de rijpadenkleppenschakelkast
(Fig. 32/2) worden geactiveerd of uitgeschakeld.
• Klep activeren (Fig. 39/B) (rijpadenkouter)
Iedere klep afzonderlijk (Fig. 39/1) kan in de
kleppenkast worden geactiveerd. Om bij de klep te
komen moet het bijbehorende montagevenster (Fig.
39/2) worden weggenomen. Het montagevenster
naar boven schuiven en naar voren wegnemen.
De klep die moet worden geactiveerd (Fig. 39/1)
met de imbusbout (Fig. 39/3) op de as vastzetten.
Bij het aantrekken van de bout mag computer niet
in de schakelpositie "0" staan en de klep kan bijv.
met de vinger zoals in Fig. 39/A, tegen de aanslag
(Fig. 39/5) worden gedrukt. De imbusbout niet te
vast aandraaien omdat anders de klep onder
spanning komt te staan.
Blokkeerbout (Fig. 39/4) zonder spanning zover
indraaien, tot de klep ongehinderd langs de kop van
de bout gaat.
Montagevenster sluiten.
• Klep uitschakelen (Fig. 39/A) (om normaal te
zaaien)
Iedere klep (Fig. 39/1) afzonderlijk kan worden
Fig. 39
uitgeschakeld. Om bij te klep te komen moet het
bijbehorende montagevenster (Fig. 39/2) worden
weggenomen.
Montagevenster
naar
boven
schuiven en naar voren wegnemen.
De computer mag niet in schakelpositie "0" staan.
Klep, bijv. met de vinger, zoals in Fig. 15.12
getoond, tegen de aanslag (Fig. 39/5) drukken en
de imbusbout (Fig. 39/3) waarmee de uit te
schakelen klep op de as is bevestigd, zover
losdraaien, tot de klep vrij om de as kan bewegen.
Blokkeerbout (Fig. 39/4) ca. 5mm uitdraaien, zodat
de te deactiveren klep zich niet meer kan bewegen
en de opening naar de zaadbak gesloten blijft.
Montagevenster sluiten.