BRANDSTOF
Vereiste brandstof
OPMERKING
Gebruik altijd ver-
se benzine. Benzine oxideert,
waardoor het octaangetal daalt,
vluchtige ingrediënten vervliegen
en er gomvorming en aanslag
ontstaan, die uw brandstofsys-
teem kunnen beschadigen.
De alcoholbijmenging in brandstof
verschilt per land en regio. Uw
voertuig is op het gebruik van de
aanbevolen
brandstoffen
stemd, maar let wel op het volgen-
de:
-
Het gebruik van brandstof met
een hoger alcoholpercentage
dan wettelijk is vastgelegd,
wordt niet aanbevolen en kan
tot de volgende problemen met
onderdelen van het brandstof-
systeem leiden:
• Problemen met starten en
werking.
• Aantasting van rubberen of
plastic onderdelen.
• Aantasting van metalen on-
derdelen.
• Schade aan interne onderde-
len van de motor.
-
Inspecteer regelmatig op aanwe-
zigheid van brandstoflekker of
andere afwijkingen van het
brandstofsysteem als u ver-
moed dat er meer alcohol in de
benzine zit dan op dit moment
wettelijk voorgeschreven.
-
Met alcohol gemengde brand-
stoffen trekken vocht aan en
houden dit vast, wat kan leiden
tot fasescheiding in de brand-
stof, wat kan leiden tot proble-
men met de motorprestaties of
motorschade.
Aanbevolen brandstof
Gebruik normale, loodvrije benzine
met een AKI (R+M)/2-octaangetal
van 91 of een RON-octaangetal van
95.
OPMERKING
nooit met andere brandstoffen.
Gebruik van ongeschikte brand-
stof kan motor- of systeemscha-
de veroorzaken.
Alleen in Noord-Amerika
OPMERKING
brandstof van brandstofpompen
die met E85 zijn gemarkeerd.
Gebruik van brandstof die als E15
is gemarkeerd is verboden door de
EPA-regelgeving in de VS.
afge-
Tankprocedure
WAARSCHUWING
-
Brandstof is in bepaalde om-
standigheden ontvlambaar en
explosief.
-
Controleer het brandstofpeil
nooit met behulp van een
open vlam.
-
Rook niet en vermijd vuur en
vonken in de buurt van de
brandstof.
-
Werk altijd in een goed verluch-
te ruimte.
1. Stop de motor.
WAARSCHUWING
Stop de motor altijd voor u
tankt.
2. Zorg ervoor dat de bestuurder
en de passagier uit het voertuig
stappen.
WAARSCHUWING
Laat nooit iemand in het voer-
tuig zitten terwijl u bijtankt. Als
er tijdens het tanken brand of
een explosie is, is het mogelijk
dat de persoon op het voertuig
het gebied niet snel genoeg kan
verlaten.
Experimenteer
Gebruik
GEEN
67