ONDERHOUDSPROCEDURES
OPMERKING
Gebruik geen zeke-
ring met een hogere capaciteit
om ernstige schade te vermijden.
Locaties zekeringdoos
Dit voertuig is uitgerust met twee
zekeringdozen. De hoofdzekerings-
doos bij de bestuurders voeten en
de hulpzekeringsdoos aan de ach-
terkant van het voertuig, bij de vol-
tageregelaar aan de rechterkant van
de accu.
1. Hoofdzekeringdoos
1. Hulpzekeringdoos
Beschrijving zekeringdoos
HULPZEKERINGDOOS
NR.
BESCHRIJVING
F1
Hoofdzekering
F2
Accessoires (hoofd)
104
OPMERKING: Zekeringen bevin-
den zich in het deksel van de zeke-
ringdoos.
Lichten
Controleer na vervanging altijd of
het licht wel werkt.
Koplampen vervangen
VERMOGEN
een halogeenlamp nooit met de
blote vingers aan, want dan gaat
40 A
deze minder lang mee. Als het
glas toch wordt aangeraakt, rei-
50 A
nig het dan met isopropanol, dat
HULPZEKERINGDOOS
NR.
BESCHRIJVING
Dynamische
F3
servostuurregeling
(DPS)
HOOFDZEKERINGDOOS
NR.
BESCHRIJVING
F4
Snelheid/relais
F5
Ontsteking/Injectors
Engine Control
F6
Module (ECM -
motorbeheermodule)
F7
Lier, 2WD/4WD
F8
Contactschakelaar/klok
F9
Koelventilator
F10
Europese component
F11
Lichten
F12
Uitgang gelijkstroom
F13
Relais/aandrijving
F14
Accessoires 2
F15
Brandstofpomp
OPMERKING
Raak het glas van
VERMOGEN
50 A
VERMOGEN
10 A
7,5 A
5 A
5 A
5 A
25 A
5 A
30 A
15 A
5 A
15 A
5 A