3. Verwijder de accuhouder.
4. Verwijder de accu.
Accu reinigen
Reinig de accu, de behuizing en
polen met een oplossing van natri-
umcarbonaat en water.
Verwijder roest van de accuklem-
men en -polen met een harde sta-
len borstel. De accubehuizing moet
worden schoongemaakt met een
zachte borstel en een natriumcarbo-
naat-oplossing.
Accu installeren
1. Installeer de accu in het rek er-
van.
2. Plaats de accuhouder en draai
de borgmoer aan.
ONDERDELEN
Moer accuhouder
3. Sluit de RODE (+) draad op de
zijkant van de accu aan, zoals
AANDRAAIMOMENT
10 N•m
ONDERHOUDSPROCEDURES
weergegeven. Gebruik de gele-
verde moer en schroef.
4. Plaats het beschermkapje over
de terminal.
5. Sluit de ZWARTE (–) draad aan
op de bovenste post.
TYPISCH
1. Accuhouder
2. RODE (+) draad en beschermkap
3. ZWARTE (-) draad
6. Plaats het accupaneel terug en
draai de borgschroeven aan tot
de specificaties.
ONDERDELEN
Accuborgschroeven
7. Plaats de montageonderdelen
van de CVT-uitlaat terug.
Zekeringen
Vervangen van de zekeringen
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met hetzelfde
vermogen.
AANDRAAIMOMENT
4.5 N•m
103