d. Klik op Software (in Windows Vista op Programma's en onderdelen) en
selecteer vervolgens de HP Photosmart-software.
e. Klik op Verwijderen.
5. Installeer de software opnieuw met de HP Scanning Software CD die bij de scanner
is geleverd. Wanneer u de cd in het cd-romstation plaatst, wordt het
installatieprogramma automatisch gestart. Kies de software die u wilt installeren.
Werkt de scanner dan nog niet, ga dan naar
met de klantenondersteuning van HP.
Aanvullende informatie over het oplossen van problemen
Wanneer de HP-scansoftware is geïnstalleerd, kunt u de Help op het scherm gebruiken
om overige problemen met de scanner op te lossen. U opent de Help door de HP-
scansoftware te starten en vervolgens op Help te klikken in het dialoogvenster met
snelkoppelingen in HP-scansoftware. In de Help vindt u informatie over de
scannerhardware en informatie over de HP-scansoftware. Raadpleeg ook
Scanproblemen oplossen in het algemene gedeelte Problemen oplossen en
ondersteuning van de Help.
Problemen bij het gebruik van de scanner
•
De scanner wordt niet ingeschakeld
•
De scannerlamp blijft branden
•
De scanner begint niet meteen met scannen
•
De scanner is bijzonder langzaam
•
Namen van aangepaste scansnelkoppelingen worden niet goed weergegeven op het
lcd-scherm
•
Er verschijnen witte, verticale strepen op de afgedrukte pagina
•
Scanbestanden zijn te groot
•
De onderkant van de afbeelding is afgekapt wanneer er wordt gescand vanaf de
glasplaat
•
Problemen met het scannen van documenten of tekst (OCR)
De scanner wordt niet ingeschakeld
Als de scanner niet inschakelt wanneer u op de knoppen op de scanner drukt, controleert
u het volgende:
•
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op de scanner en het stopcontact.
•
Controleer of de scanner aanstaat.
Zie ook
"De kabels controleren" op pagina 29
De scannerlamp blijft branden
Wanneer u de scanner een tijdje niet gebruikt, wordt de scannerlamp na 14 minuten
standaard automatisch uitgeschakeld.
www.hp.com/support
Problemen bij het gebruik van de scanner
of neem contact op
33