Uitschakeldruk
„Bewaken"
11.2.4.4
„Luchtinsluiting"
11.2.4.4.1
„Gevoeligheid lucht"
11.2.4.4.2
11.2.4.4.3
Melding bij overdruk
11.2.4.4.4
Melding bij geen druk
11.2.4.4.5
Cavitatie
Uitschakeldruk: Druk waarbij bij overdruk op middellange termijn wordt uit‐
geschakeld = druktrap plus 10 ... 20 %.
„Menu / Informatie è Instellingen è Dosering è Bewaken è ..."
„Menu / Informatie è Instellingen è Dosering è Bewaken
Luchtinsluiting è ..."
è
Verschijnt de melding en het symbool "Luchtinsluiting"
kenen dat gas aanwezig is in de doseereenheid (als in het submenu
„Luchtinsluiting" de keuze „Waarschuwing" of „Fout" is ingesteld).
„Menu / Informatie è Instellingen è Dosering è Bewaken
Gevoeligheid lucht è ..."
è
Met de programmeerbare functie
heid van de luchtdetectie iets aanpassen, om zo min mogelijk alarmen te
krijgen.
Tab. 12: Er zijn 3 gevoeligheidsniveaus:
Normaal
middelmatig
zwak
Met de programmeerbare functie
druk van de pomp een melding laten uitgeven.
Met de programmeerbare functie
zigheid van druk in de pomp een melding laten uitgeven.
Met de programmeerbare functie
druk in de pomp een melding laten uitgeven.
Instellen,
, kan dit bete‐
„Gevoeligheid lucht" kunt u de gevoelig‐
hoogste gevoeligheid
middelmatige gevoeligheid
laagste gevoeligheid.
Alleen gebruiken bij drukken < 2
bar.
„Melding bij overdruk" kunt u bij over‐
„Melding bij geen druk" kunt u bij afwe‐
„Cavitatie" kunt u bij afwezigheid van
„Menu"
55