Storingen verhelpen
Foutbeschrijving
Nr. 13: De indicator
en de melding
„Netspanning" verschijnen.
Nr. 14: De indicator
en de melding
„Lucht in doseerkop" verschijnen.
Nr. 15: De indicator
en de melding
„Ontluchting niet succesvol!" ver‐
schijnen.
Nr. 16: De indicator
en de melding
„Geheugen-overloop" verschijnen.
Nr. 17: De indicator
en de melding
i > 23
i < Imin
„Stuursignaal < lmin" verschijnen.
Nr. 18: De indicator
en de melding
i > 23
i > Imax
„Stuursignaal > Imin" verschijnen.
Nr. 20: De indicator
en de melding
„Module ontbreekt" verschijnen.
Nr. 21: De indicator
en de melding
„Modulecommunicatie" verschijnen.
Nr. 22: De indicator
en de melding
„Interne CAN-bus" verschijnen.
15.2.2
Waarschuwingsmeldingen op het LCD-scherm
Foutbeschrijving
„Niveau" en de indicator
Nr. 0:
schijnen.
104
Oorzaak
De netspanning is te hoog
of te laag of ontbreekt
totaal.
Gasbellen in de doseereen‐
heid (lekkages, uitgassend
doseermedium, cavitatie).
Het automatisch ontluchten
was niet succesvol
Het slaggeheugen is te vol.
De pomp is in bedrijfs‐
modus
„Analoog" -"xx. zij‐
„Analoog"
band", in menu
is een gedrag bij fouten
geprogrammeerd en de
stuurstroom is lager
geworden dan 4 mA.
De pomp is in bedrijfs‐
modus
„Analoog" -"xx. zij‐
„Analoog"
band", in menu
is een gedrag bij fouten
geprogrammeerd en de
stuurstroom is hoger
geworden dan 20 mA.
De optiemodule ontbreekt.
De communicatie tussen de
optiemodule en de pompe‐
lektronica komt niet tot
stand.
Het buscontact tussen
optiemodule en controle‐
kamer is onderbroken.
De vermogensmodule heeft
gedurende een bepaalde
tijdspanne de bijbehorende
heartbeat-melding niet
meer ontvangen (voedings‐
unit niet meer bereikbaar?).
Bij een waarschuwing:
brandt de gele LED-indicatie!
n
verschijnt op het LCD-scherm een indicator en een symbool.
n
Oorzaak
Het vloeistofpeil in de voor‐
ver‐
raadtank heeft "Vloeistofge‐
brek 1e niveau" bereikt.
Verhelpen
De oorzaak verhelpen.
Ontlucht de doseereenheid en
verhelp de oorzaak. De installatie
afdichten of de zuigslag lang‐
zamer instellen.
Verhelp de oorzaken.
Oorzaak verhelpen (bijv. te lage
factor, te hoge contactfre‐
quentie ...), daarna:
[Clickwheel]
Drukken op het
(houd rekening met de gevolgen
voor het proces!).
De oorzaak van de te lage stuur‐
stroom verhelpen of
De programmering van gedrag
bij fouten naar
„Uit" schakelen -
zie hoofdstuk "Instellen"-"Instel‐
lingen"-"Bedrijfsmodus"-"Ana‐
loog".
De oorzaak van de te hoge stuur‐
stroom verhelpen of
De programmering van gedrag
„Uit" schakelen -
bij fouten naar
zie hoofdstuk "Instellen"-"Instel‐
lingen"-"Bedrijfsmodus"-"Ana‐
loog".
Sluit de optiemodule aan.
Stuur de pomp naar ProMinent.
De oorzaak verhelpen (kabels,
controlekamer, ...).
De oorzaak verhelpen.
Verhelpen
De voorraadtank bij‐
vullen.
Personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Personeel
Geïnstru‐
eerd per‐
soon