14.2
Membraanbreukmelder reinigen
14.3
Ventielen reinigen
WAARSCHUWING!
Waarschuwing voor ongemerkt ontsnappen van doseer‐
medium
Na het activeren van de membraanbreukmelder kan
deze worden gestoord door doseermediumresten.
–
Nadat de membraanbreukmelder is geactiveerd,
moet u het controleren en reinigen.
1.
Vervang eerst het membraan van de doseereenheid - zie hier‐
boven!
2.
De membraanbreukmelder losschroeven, gebruik van een steeks‐
leutel SW 14 is toegestaan.
3.
Reinig de membraanbreukmelder met een geschikte vloeistof,
indien mogelijk met water (materiaal polysulfon).
4.
Test de aangesloten membraanbreuksensor: De conus aan de
voorkant geheel onderdompelen in het water.
ð In de basisweergave wordt een membraanbreuk gemeld.
5.
De membraanbreukmelder goed afdrogen.
ð In de basisweergave wordt geen membraanbreuk meer
gemeld.
6.
De schone en droge membraanbreukmelder handvast en vloeistof‐
dicht in de boring schroeven - zonder gereedschap!
Waarschuwing voor storingen
Raadpleeg de explosietekeningen in de bijlage bij de
werkzaamheden.
De bestelnummers (onderdeelnummers) van de
geschikte reserveonderdelensets vindt u aan het einde
van het menu „Service" .
Reparatie
101