Drukweergave, indicatoren en foutindica‐
ties op het LCD-scherm
Tab. 1: Drukweergave
Display
Betekenis
Toont de gemiddelde systeemdruk.
Tab. 2: Indicatoren en storingsindicatoren:
Indicatoren
Betekenis
De pomp werkt of wacht op een startsignaal.
Overzicht van apparaat en besturingselementen
1
2
3
Afb. 5: Opbouw basisweergave
1
Statusbalk
2
Basisweergave, centrale gedeelte
3
Nevenweergave
Voor de verschillende hoofdweergaven en nevenweergaven - zie "Hoofd‐
weergaven en nevenweergaven" in de bijlagen.
Op het LCD-scherm wordt het bedienen en instellen van de pomp met ver‐
schillende informatie en indicatoren ondersteund:
a)
CONTACT
2.5
bar
memory
Doseerbewaking!
12.0
12.0
12000
h h
Afb. 6: a) Basisweergave met waarschuwingsmelding, b) Basisweergave
met storingsmelding. Uitleg van symbolen in de volgende tabellen.
De bovenstaande afb. deel a) geeft aan dat:
de pomp in bedrijf is
n
„Contact" met slaggeheugen "memory" is
in de bedrijfsmodus
n
de gemiddelde systeemdruk 2,5 bar is
n
een doseerbewaking is aangesloten
n
een CAN-module wordt gebruikt
n
een protocolrecord bestaat
n
een waarschuwingsmelding voor de
n
de doseercapaciteit van 12,0 l/h is ingesteld
n
de slagfrequentie 12.000 slagen/h is
n
CONTACT
2.5
CAN
bar
memory
open
12.0
12.0
l/h
12000
h h
b)
ANALOOG
CAN
open
i < 4 mA!
Ingangssignaal < 4 mA
i < 4 mA
i < 4 mA
l/h
12000
„Doseerbewaking" aanwezig is
B0778
h h
B0605
17