6
Functiebeschrijving
6.1 Doseereenheid
6.2 Aandrijfeenheid
Aandrijftechnologie
Het doseren vindt als volgt plaats: het doseermembraan wordt in de
doseerkop gedrukt; door de druk in de doseerkop sluit het zuigventiel en
het doseermedium stroomt door het persventiel uit de doseerkop. Nu
wordt het doseermembraan uit de doseerkop gehaald; door de onderdruk
in de doseerkop sluit het persventiel en er stroomt vers doseermedium
door het zuigventiel in de doseerkop. Eén werkcyclus is voltooid.
Het doseermembraan wordt aangedreven door een elektromagneet, die
door een elektronische besturing wordt aangestuurd.
Door de aandrijftechnologie van de gamma/ XL kan het verloop van de
doseerstroom in de tijd nauwkeurig worden aangepast aan de eisen van
de betreffende toepassing.
Zo kan de gebruiker naar wens de optimale persslag voor de betreffende
toepassing instellen:
Pos.*
Persslag
„Optimaal"
A.
„snel"
B.
„Sinus-modus"
C.
„continu"
D.
E.
„DFMa"
* Zie de onderstaande tekening.
Functiebeschrijving
Toepassing
Voor de hoogst mogelijke nauwkeurigheid bij
het doseren en de beste resultaten bij interne
drukmeting en de speciale functies.
Voor een zo snel mogelijke persslag - de
persslagduur is onafhankelijk van de slagfre‐
quentie.
Voor een lange, sinusvormige persslag - de
persslagduur is afhankelijk van de slagfre‐
quentie.
Voor een continue persslag, bijv. voor het
continu doseren van kleine hoeveelheden. De
persslagduur is afhankelijk van de slagfre‐
quentie.
Voor een optimaal bedrijf met een debiet‐
meter DulcoFlow
®
DFMa.
21