Instellen
8.6.5 Instellingen voor de functie "Relais" (menu RELAIS)
Selecteerbare soorten gedrag
„Relais"
Instelling in menu
Waarschuwing
Fout
Waarschuwing+fout
Waarsch.+fout+stop
Stop
Taktgever
Optie
56
In het laatste menu-item,
een
„Fout" of tot een „Waarschuwing" moet leiden.
De functie
Voor de bedrijfsmodus
„Doseerbewaking" worden uitgeschakeld.
Hoofdmenu
Bedrijfsmodus
Instellingen
Service
Informatie
Taal
Continu-
weergave
Met de programmeerbare functie
aan uw vereisten aanpassen.
Via de functie
grammeren.
U kunt instellen of het desbetreffende relais bij een waarschuwingsmel‐
ding, een storingsmelding, een slag van de pomp of als reactie op een
activerende gebeurtenis van de timer moet schakelen:
Effect
Het relais schakelt bij een waarschuwingsmelding (gele LED*).
Het relais schakelt bij een storingsmelding (rode LED*).
Het relais schakelt bij een waarschuwingsmelding (gele LED*) of bij een sto‐
ringsmelding (rode LED*).
Het relais schakelt bij een waarschuwingsmelding (gele LED*), bij een storings‐
melding (rode LED*) of bij een Stop (toets
via Bus).
Het relais schakelt bij een Stop (toets
optionele module).
Het relais schakelt bij elke slag.
Het relais is beschikbaar voor de optie die als module is ingestoken (bijv. een
timer).
* zie hoofdstuk "Functiestoringen verhelpen"
Daarnaast kunt u specificeren hoe het desbetreffende relais zich moet
gedragen wanneer het schakelt. Daarop heeft u invloed via de instelling
„OPKOMEND (NO)" / „AFVALLEND (NC)" .
„Signalering" , kunt u selecteren of zo'n geval tot
„Doseerbewaking" kunt u uitschakelen onder „Bewaking" .
„AUX" (hulpfrequentie) kan de functie
Instellingen
Analog
Hulpfrequentie
Kalibreren
Dosering
Relais
Relais1
Relaistype
Polariteit
Einde
„Relais" kunt u het relais van de pomp
„Relais" kunt u het relais op bijna elke wijze opnieuw pro‐
[STOP/START] , Pauze of opdracht
[STOP/START] , Pauze of opdracht van
Relais
Relais1
Relais2
Relaistype
Waarschuwing
Fout
Waarschuwing+fout
Waarsch.+fout+stop
Stop
Polariteit
Opkomend (NO)
Afvallend (NC)