Instellen
a)
F
max
P1
F1
F2
0
I 1
I 2
Afb. 30: Frequentie-stroom-grafiek voor a) Onderste zijband; b) Bovenste zijband
Foutenverwerking
52
„Onderste zijband"
Met behulp dit verwerkingstype kunt u een doseerpomp via het stroomsig‐
naal aansturen zoals in onderstaande grafiek is aangegeven.
U kunt via één stroomsignaal echter ook twee doseerpompen voor ver‐
schillende doseermedia aansturen (bijvoorbeeld, via het signaal van een
pH-sensor een zure pomp en een alkalische pomp). Daarvoor moet u de
pompen elektrisch in serie schakelen.
Op het LCD-scherm wordt het symbool "Onderste zijband" weergegeven.
Onder I1 werkt de pomp met F1; boven I2 wordt de pomp stopgezet.
Tussen I1 en I2 is de slagfrequentie tussen F1 en F2 recht evenredig met
de signaalstroom.
P2
20
I [mA]
„Bovenste zijband"
Met behulp dit verwerkingstype kunt u een doseerpomp via het stroomsig‐
naal aansturen zoals in bovenstaande grafiek aangegeven.
U kunt via één stroomsignaal echter ook twee doseerpompen voor ver‐
schillende doseermedia aansturen (bijvoorbeeld, via het signaal van een
pH-sensor een zure pomp en een alkalische pomp). Daarvoor moet u de
pompen elektrisch in serie schakelen.
Op het LCD-scherm wordt het symbool "Bovenste zijband" weergegeven.
Onder I1 wordt de pomp stopgezet; boven I2 werkt de pomp met F2.
Tussen I1 en I2 is de slagfrequentie tussen F1 en F2 recht evenredig met
de signaalstroom.
In het menu-item
„Uitgebreid" een foutenverwerking inschakelen. Bij stroomsignalen lager
dan 3,8 mA wordt een foutmelding weergegeven en wordt de pomp stop‐
gezet.
Hoofdmenu
Bedrijfsmodus
Instellingen
Service
Informatie
Taal
Continu-
weergave
b)
F
max
F2
P1
F1
I 1
0
B0089
„Analoge fout" kunt u voor het verwerkingstype
Instellingen
Analog
Hulpfrequentie
Kalibreren
Dosering
Relais
Uitgebreid
Curvetype
Curvenpunten
Analoge fout
Einde
P2
I 2
I [mA]
20
Analog
Standaard
Uitgebreid
Einde
Analoge fout
Uit
Aan