5.8 Functie- en storingsindicator
5.9 LCD-scherm
5.10
LED's
5.11
Hiërarchie van bedrijfsmodussen, functies en storingstoestanden
De bedrijfs- en storingstoestanden worden weergegeven door de drie
„Fout" op het LCD-scherm; zie ook hoofdstuk
LED's en de indicator
"Functiestoringen verhelpen":
Bij een storing worden de indicator
geven.
Statusweergave CANopen (groen): Met de Statusweergave CANopen
wordt de status van de CANopen-bus aangegeven.
Kleur
Knippercode Oorzaak
Groen
vast
Groen
knipperend
Rood
alles
Neem bij alle andere knippercodes contact op met de Serviceafdeling.
Storingsindicator (rood): De storingsindicator brandt als er een storing
optreedt, bijv. "Vloeistofpeil laag fase 2 ".
Waarschuwingsindicator (geel): De waarschuwingsindicator brandt als de
elektronica van de pomp een toestand vaststelt die tot een storing kan
leiden, bijv. "Vloeistofpeil laag fase 1 ".
Bedrijfstoestandindicator (groen): De bedrijfstoestandindicator brandt altijd
wanneer de pomp op de juiste wijze op de netspanning is aangesloten. De
bedrijfstoestandindicator gaat bij elke slag kort uit.
Of en hoe de pomp reageert, is afhankelijk van verschillende bedrijfsmo‐
dussen, functies en storingstoestanden.
Functiebeschrijving
„Fout" en een foutmelding weerge‐
Gevolg
Busstatus
Normale
werking bus
OPERATI‐
ONAL
Busstatus
op dit
moment
PRE-OPE‐
geen over‐
RATIONAL
dracht van
gemeten
waarden
Busfout
geen over‐
dracht van
gemeten
waarden
Verhelpen
-
kort
wachten;
HMI loskop‐
pelen en
opnieuw ver‐
binden
Controleer
of er een
storing in de
CAN-verbin‐
ding is.
Neem con‐
tact op met
de Service‐
afdeling
23