Inhoudsopgave
Advertenties
4.
Vul het waterreservoir tot de markering max met
koud water.
5.
Sluit het deksel van het reservoir.
6.
Plaats het gevulde waterreservoir in de schacht.
7.
Controleer of het waterreservoir vlak is ingeschoven
ten opzichte van de schacht.
8.
Sluit de deur van het apparaat.
8.7 Watertank bijvullen
Wanneer het waterreservoir tijdens het gebruik leeg-
raakt, wordt de werking onderbroken.
1.
Open de apparaatdeur voorzichtig.
2.
Neem het waterreservoir uit de schacht.
3.
Vul het waterreservoir met water.
4.
Plaats het gevulde waterreservoir in de schacht.
5.
Sluit de deur van het apparaat.
8.8 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
1.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
2.
Stel de temperatuur in met
instelbalk.
of
of direct via de
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken:
– Tijdfuncties → Pagina 12
3.
Start de werking met
a Het apparaat begint op te warmen.
a Op het display staan de instelwaarden en de tijd
hoelang het programma al loopt.
4.
Schakel het apparaat uit met
klaar is.
Opmerking: De meest geschikte verwarmingsmethode
voor uw gerechten vindt u in de beschrijving van de
verwarmingsmethoden.
→ "Stoommethoden", Pagina 7
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
1.
Druk op
.
2.
Druk op
.
3.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
4.
Stel de werking opnieuw in en start met
Temperatuur wijzigen
Na het starten van de werking kunt u de temperatuur te
allen tijde wijzigen.
1.
Op de temperatuur drukken.
2.
Wijzig de temperatuur met
instelbalk.
3.
Druk op "Overnemen".
8.9 Melding "Watertank vullen"
Wanneer u een verwarmingsmethode instelt en de wa-
tertank slechts half gevuld is, meldt het apparaat "Wa-
tertank vullen".
Start de werking wanneer u van mening bent dat er vol-
doende water in de watertank zit.
Vul de watertank wanneer de hoeveelheid water in de
watertank niet voldoende is voor de bereiding.
→ "Watertank vullen", Pagina 10
8.10 Na elk gebruik met stoom
Na elk gebruik blijven er altijd vocht en verontreinigin-
gen achter in de binnenruimte. Droog en reinig het ap-
paraat na elk gebruik. Leeg ook de watertank.
Na elk gebruik met stoom
1.
Droog de binnenruimte.
→ "Binnenruimte drogen", Pagina 20
2.
Leeg de watertank.
→ "Watertank legen", Pagina 20
8.11 Informatie weergeven
In de meeste gevallen kunt u informatie bij de zojuist
uitgevoerde functie oproepen. Vele aanwijzingen ver-
schijnen automatisch, bijv. ter bevestiging of als oproep
of waarschuwing.
1.
Druk op .
a Wanneer er informatie aanwezig is wordt deze gedu-
rende enkele seconden weergegeven.
2.
Bij veel inhoud in de tegel bladeren met
3.
Indien nodig de aanwijzing sluiten met
De Bediening in essentie nl
.
wanneer het gerecht
.
of
of direct via de
of
.
.
11
Advertenties
Inhoudsopgave
