OPROEPSIGNALEN PROGRAMMEREN
De ingebouwde TNC's van de commander en transporter
communiceren met elkaar wanneer u een regelopdracht
verzendt vanaf de commander. U moet daarom verschillende
oproepsignalen (max. 9 cijfers) programmeren op deze
zendontvangers als de ID's van de TNC's.
Gebruik de volgende menunummers om oproepsignalen te
programmeren:
Op commander
700 COM Callsign
701 TRP Callsign
Op transporter
700 COM Callsign
701 TRP Callsign
1 Open menunummer 700 of 701 en vervolgens druk op de
afstemknop.
•
Het invoerveld voor het oproepsignaal verschijnt en het
eerste cijfer knippert.
2 Draai de afstemknop om het gewenste teken te selecteren.
• U kunt de volgende tekens invoeren: 0 t/m 9, A t/m Z en –.
3 Druk op [ ].
• De cursor verspringt naar het volgende cijfer.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 om maximaal 9 cijfers in te
voeren.
[BACK]: Annuleert de invoer van een oproepsignaal.
[ ]: Om de cursor terug te verplaatsen.
[INS]: Voor invoegen van het op dat moment gekozen letterteken.
[A/B]: Verwijdert het cijfer waar de cursor blinkt.
[CLR]: Annulla l'immissione del segno di chiamata.
5 Druk op de afstemknop om de instelling te voltooien.
6 Druk op [ESC] om de Menumodus te verlaten.
U kunt in stap 2 ook het toetsenblok gebruiken voor de invoer
van alfanumerieke tekens.
PROGRAMMEREN VAN EEN TOONFREQUENTIE
Bij het ontvangen van een toon van de commander zorgt de
transporter ervoor dat de HF-zendontvanger overgaat naar
de Zendmodus. Op de commander en transporter, open
menunummer 702 en selecteer dezelfde toonfrequentie.
Oproepsignaal voor
commander
Oproepsignaal voor
transporter
Oproepsignaal voor
commander
Oproepsignaal voor
transporter
ESTURINGSBEDIENING
In de Sky Command-modus functioneren de microfoontoetsen
van de commander als hieronder. Schakel eerst de HF-
zendontvanger in en druk op microfoon [0] op de commander.
Iedere keer wanneer u op de gewenste toets drukt, gaat
de commander automatisch in de zendmodus en zendt de
betreffende regelopdracht naar de transporter.
Toets
[1] (PWR)
In-/uitschakelen
[2] (RX)
HF-frequentie ontvangen AAN/UIT
[3] (MODE)
Schakelaar modulatiemodus
[4] (RIT)
RIT AAN/ UIT
[5] (XIT)
XIT AAN/ UIT
[6] (CLR)
RIT-offset of XIT-offset vrij
[7] (SPLIT)
Split-frequentie AAN/UIT
Overbrengen van geheugen naar VFO
[8] (M>V)
In VFO-modus: VFO A/ VFO B-schakelaar
[9] (A/B)
In Geheugenoproepmodus: geen wijziging
Ophalen van huidige instellingen (van HF-
[0] (SYNC)
zendontvanger)
Bewaken van de UHF-band op de
[A] (MONI)
commander
[B] (M/V)
Schakelen VFO/Geheugenoproepmodus
[C] (RX)
Toename XIT/ RIT-offset-frequentie
[D] (RX)
Afname XIT/ RIT-offset-frequentie
In LSB, USB of CW-modus: 10 Hz/ 1 kHz
schakelen
1
[ ]
(UP)
In FM of AM: 1 kHz/ 10 kHz schakelen
In VFO-modus: frequentie-invoer AAN
2
In Geheugenoproepmodus:
[#]
(DOWN)
kanaalnummerinvoer AAN
Voor het verzenden van geluid op een HF-
[PTT]
frequentie
1
"FS" verschijnt wanneer u 1 kHz stap (LSB/ USB/ CW) of 10 kHz stap
(FM/ AM) selecteert.
2
Druk nadat u op Mic [#] hebt gedrukt op Mic [0] t/m [9] om een
frequentie- of geheugenkanaalnummer in te voeren.
Nota: Als u de frequentie of het geheugenkanaal van de HF-
zendontvanger wilt wijzigen, draai dan de afstemknop.
SKY CMD-3
Toets