PROGRAMMEREN VAN EEN
BERICHTENGROEPSCODE
Voer de Menumodus in en open Menu 623.
Gebruik een berichtengroepscode voor de uitwisseling van
berichten tussen alleen de leden van uw groep onderling.
Wanneer er een of meer berichtengroepscodes zijn
geprogrammeerd, zult u berichten ontvangen met de betreffende
groepscode(s), naast de persoonlijk aan u geadresseerde
berichten. Als u een of meer bulletingroepscodes programmeert,
zult u geen bulletins ontvangen die zijn geadresseerd aan
andere specifi eke groepen. U kunt elke gewenste code
programmeren met letters en cijfers: tot 9 lettertekens voor
berichten en tot 4 lettertekens voor bulletins. U kunt bovendien
tot 6 codes tegelijk programmeren; de codes moeten onderling
door een komma (,) van elkaar worden gescheiden. Als u
bijvoorbeeld 3 berichtengroepscodes programmeert, zult u alle
berichten ontvangen die een van de 3 codes bevatten. Als u 3
bulletinsgroepscodes programmeert, zult u bulletins weigeren
die zijn geadresseerd aan specifi eke groepen die geen van de 3
codes gebruiken.
•
U kunt cijfers van 0 tot 9, letters van A tot Z, de , (komma) en
– invoeren. Voor berichten kunt u tevens " " kiezen.
•
U kunt ook het toetsenpaneel van de microfoon gebruiken voor het
invoeren van letters en cijfers.
•
Om een berichtengroepscode op te nemen in uw uitgaande pakket,
voert u een groepscode in, in plaats van een oproepteken. Om
een bulletingroepscode op te nemen, voert u die in na BLN#; dus
bijvoorbeeld als "BLN#ABC" met voor de ABC de groepscode.
Gebruik tot 9 lettertekens voor een berichtengroepscode en tot 4
lettertekens voor een bulletinsgroepscode.
Opmerking: In tegenstelling tot een bericht zal een bulletin met een
groepscode ook ontvangen worden door stations die geen bulletinsgroepscode
geprogrammeerd hebben.
INSTELLINGEN VOOR GELUID
Voer de Menumodus in en open Menu 624.
<RC-D710 + TM-V71>
<RC-D710 + PG-5J>
■ Ontvangstpieptoon <RX BEEP>
Deze zendontvanger laat een pieptoon horen telkens
wanneer er een APRS pakket wordt ontvangen.
Selectie
OFF
De APRS pieptoon klinkt niet.
MESSAGE
De pieptonen klinken alleen wanneer er een
ONLY
bericht wordt ontvangen bij uw stationsadres.
De pieptoon klinkt wanneer er een bericht wordt
ontvangen bij uw stationsadres en de door u
MINE
verzonden gegevens worden ontvangen door een
digipeater.
De pieptoon klinkt wanneer er een bericht wordt
ontvangen bij uw stationsadres en de door u
ALL NEW
verzonden gegevens worden ontvangen door een
digipeater.
De pieptoon klinkt wanneer er een bericht wordt
ontvangen bij uw stationsadres en de door u
ALL
verzonden gegevens worden ontvangen door een
digipeater.
■ TX-pieptoon (Beacon) <TX BEEP (BEACON)>
Wanneer een beacon met de informatie van uw stationpositie
(Mijn positie-informatie) anders dan handmatig wordt
verzonden, kunt u selecteren of het een pieptoon moet
uitzenden.
[OFF]: Er klinkt geen pieptoon.
[ON]: Er klinkt een pieptoon wanneer een beacon wordt
verzonden met behulp van de PTT-schakelaar of wanneer het
automatisch wordt verzonden
Opmerking: Afhankelijk van het verkeer op het verzendkanaal kan de
verzendpieptoon worden vertraagd bij gebruik van de interne TNC DCD-
zoekfunctie.
■ Speciale beltoon <SPECIAL CALL>
Deze functie laat een speciale beltoon horen wanneer
er gegevens worden ontvangen op het Dit station adres.
Stel de oproeptoon in van de stations waarvan u speciale
opbelmeldingen wilt ontvangen.
■ APRS Stem-aankondiging <APRS VOICE> <RC-D710 +
TM-V71>
Wanneer u een optionele VGS-1 eenheid gebruikt, kunt
u instellen op AAN. Telkens wanneer u een bericht
ontvangt dat aan u geadresseerd is, kan de zendontvanger
het oproepteken van de afzender oplezen. Als het
oorspronkelijke letterteken van het bericht % is, zal de
zendontvanger de volgende letters of cijfers een-voor-een
oplezen.
APRS-20
Bediening