PAKKETMONITOR-AANDUIDING
Deze zendontvanger biedt een Terminalvenster-functie om de
rauwe gegevens van ontvangen APRS pakketten aan te geven.
Deze toont tot 155 lettertekens per pagina en kan tot 10 pagina's
bevatten.
1 Druk op [KEY], [P.MON] (of [P.MON]).
<RC-D710 + TM-V71>
<RC-D710 + PG-5J>
•
Voor inschakelen van de Terminalvenster-functie.
2 Voor de toegang tot oude pagina's drukt u op [HOLD]
(VASTHOUDEN).
•
Draai aan de Afstelknop of druk op [ ] or [ ] om van pagina te
wisselen.
•
Druk op [RESUME] om de Vasthoudfunctie te verlaten.
•
Bij gebruik van de vasthoudfunctie worden de nieuw ontvangen
pakketten niet in een geheugenbuffer opgeslagen.
•
Met een druk op [ALLCLR] worden alle
pakketmonitoraanduidingen gewist.
Opmerkingen:
◆
Het terminalvenster is niet beschikbaar voor het verzenden van een
commando naar de TNC.
◆
Het terminalvenster is beschikbaar in de APRS stand (niet in de
Pakketstand).
◆
De gegevens in de buffer verdwijnen wanneer u de zendontvanger UIT
schakelt.
DX PAKKETCLUSTERS MONITOR
DX PakketClusters zijn netwerken die bestaan uit knooppunten
en stations die belang stellen in DXen en wedstrijden. Als een
station een actief DX station vindt, kan hij of zij een mededeling
naar zijn of haar knooppunt zenden. Dan geeft dit knooppunt
de informatie door aan alle locale stations en bovendien aan
een ander knooppunt. Deze zendontvanger kan de ontvangen
DX informatie tonen en de laatste informatie vasthouden voor
maximaal 10 DX stations. Gebruik deze functie om de laatste
DX informatie in uw gebied te controleren. U kunt geen DX
informatie naar een knooppunt zenden met deze functie.
Node
1 Open Menu 601 (INTERNE TNC - GEGEVENSBAND) voor
de keuze van band A or B <RC-D710 + TM-V71>.
•
Als de gemeenschappelijke overdrachtssnelheid in uw locale
PakketClusternetwerk 9600 bps bedraagt, opent u dan Menu 601
(INTERNE TNC - PAKKETSNELHEID) en stel in op "9600 bps".
2 Stem af op de frequentie van het bedoelde
PakketClusternetwerk.
3 Druk op [TNC] om de APRS-functie in te schakelen.
•
"APRS" hoort te verschijnen.
4 Druk op [F], [DX].
•
Telkens wanneer een nieuwe DX cluster aan gegevens wordt
ontvangen, worden er een oproepteken, een frequentie en een
tijd aangegeven.
•
Er kan informatie over maximaal 5 DX stations tegelijk worden
getoond.
•
Wanneer er een duplicaat DX cluster aan gegevens wordt
ontvangen, verschijnt er "dD" met een oproepteken.
[TOP]: Toont de lijst met de laatste 5 stations.
[5 ]: Toont de lijst met de voorgaande 5 stations.
[5 ]: Toont de lijst met de volgende 5 stations.
[ESC]: Brengt de frequentie-aanduiding terug.
[TUNE]: Stuurt de PCT gegevens uit.
[CLR]: Voor wissen van het huidige DX station.
•
Gedetailleerde weergavemodus DX-station.
[ESC]: Herstelt de frequentie-display.
[BACK]: Gaat terug naar de DX-stationlijst.
[TUNE]: Voert de PCT-gegevens uit.
[CLR]: Verwijdert het huidige DX-station.
APRS-23
Node
Node
Station