PIEPTOON TOETSEN
U kunt desgewenst de pieptoonfunctie van de zendontvanger
aan- of uitzetten.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 000.
2 Zet de pieptoonfunctie aan of uit.
•
Zelfs als u de pieptoonfunctie hebt uitgezet, geeft de
zendontvanger een pieptoon onder de volgende voorwaarden:
1) Wanneer u de Automatisch uitschakelfunctie hebt
geactiveerd geeft de zendontvanger gedurende 1 minuut een
pieptoon voordat het apparaat uitschakelt.
2) Na het uitzenden voor de maximale tijdsduur volgens de
Time-out-timer, blijft de zendontvanger een pieptoon geven.
■ Volume pieptoon
Iedere keer wanneer u op een toets drukt klinkt de pieptoon.
Als u de pieptoonfunctie niet hebt uitgeschakeld kunt u het
volumeniveau van de pieptoon instellen.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 001.
2 Zet het volume van de pieptoon op een niveau van 1 t/m 7.
<RC-D710 + TM-V71>
Zet het volume van de pieptoon op een niveau van 1 t/m 3.
<RC-D710 + PG-5J>
CONFIGURATIE VAN DE EXTERNE LUIDSPREKER
Deze zendontvanger heeft twee luidsprekeraansluitingen voor
externe luidsprekers en voor een interne luidspreker. U kunt
gebruik maken van een reeks aan luidsprekerinstellingen
wanneer u één of twee externe luidsprekers gebruikt. Signalen
ontvangen op de banden A en B worden uitgevoerd afhankelijk
van hoe u de interne en/of externe luidsprekers wilt laten werken.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 002.
2 Stel de luidsprekermodus in op MODE 1 of MODE 2.
•
Raadpleeg de onderstaande tabel voor confi guraties op basis
van de geselecteerde modus.
Luidspre-
Modus
kerinstel-
ling
Geen
Alleen SP1
MODE 1
Alleen SP2
SP1, SP2
Geen
Alleen SP1
MODE 2
Alleen SP2
SP1, SP2
Banduitvoer
Interne
Externe
luidspreker.
SP1
A, B
–
x
A, B
A
–
x
A
A, B
–
x
A, B
B
–
x
B
PROGRAMMEERBARE VFO
Als u de frequenties altijd binnen een bepaald bereik selecteert,
kunt u de boven- en ondergrens instellen voor de frequenties
die u kunt selecteren. Als u bijvoorbeeld 144 MHz voor de
ondergrens en 145 MHz voor de bovengrens selecteert, valt het
afstelbereik tussen 144,000 MHz en 145,995 MHz.
1 Selecteer uw VFO-frequentie.
2 Voer de Menumodus in en open Menu 100.
(Voorbeeld: E-type)
3 Druk op de Afstelknop.
•
De ondergrens van de frequentie knippert.
4 Draai de Afstelknop om uw ondergrens te selecteren en druk
vervolgens op de Afstelknop om de geselecteerde waarde in
te stellen.
•
De bovengrens van de frequentie knippert.
5 Draai de Afstelknop om uw bovengrens te selecteren en
druk vervolgens op de Afstelknop om de geselecteerde
waarde in te stellen.
6 Druk op [ESC] om de Menumodus te verlaten.
Opmerking: U kunt niet de 100 kHz en bijbehorende cijfers programmeren. De
precieze 100 kHz en bijbehorende cijfers van de bovengrens hangen af van de
frequentiestapgrootte die u gebruikt.
WIJZIGEN VAN DE FREQUENTIESTAPGROOTTE
Het is erg belangrijk de juiste frequentiestapgrootte te
kiezen bij het selecteren van uw precieze frequentie. De
standaardstapgrootte op de 144 MHz-band is 5 kHz (K-type) of
12,5 kHz (E-, M4-types). De standaard op de 430/440 MHz-
band is 25 kHz (K-, E-types) of 10 kHz (M4-type).
1 Druk op de linker of rechter [BAND SEL] om band A of B te
selecteren en druk op [VFO].
2 Voer de Menumodus in en open Menu 101.
Externe
SP2
3 Stel de stapgrootte in op 5,0*, 6,25* of 8,33 kHz (alleen de
–
118 MHz-band) of op 10,0, 12,5, 15,0*, 20,0, 25,0, 30,0, 50,0
–
of 100,0 kHz.
B
* Deze stapgrootten zijn niet beschikbaar voor de 1200 MHz-band.
Opmerking: Wisselen tussen stapgrootten kan de weergegeven frequentie
B
corrigeren. Als bijvoorbeeld 144,995 MHz wordt weergegeven met een
geselecteerde stapgrootte van 5 kHz, corrigeert het wijzigen naar een
–
stapgrootte van 12,5 kHz de weergegeven frequentie naar 144,9875 MHz.
–
A
A
OTHER OP-2