Commandonaam
Afkorting
UITRACE
UIT
UNPROTO
U
USERS
US
WRITE
W
XFLOW
X
Beschrijving
Na de commandonaam moet u maximaal 5 alfanumerieke
tekens ingeven. Doorgaans is dat WIDE of TRACE. Hierdoor
zendt de TNC alle UI pakketten met daarin WIDEN-N of
TRACEN-N parameters door.
Hiermee worden de roepnamen bepaald voor verzending van
een pakket in de Unprotocol-stand. Call1 is het roepnaamvan
de bestemming. Call2 t/m call9 zijn roepnaams van stations die
als digitale repeater moeten dienen.
Hiermee wordt het aantal kanalen bepaald dat beschikbaar is
voor aansluitingsverzoeken.
Hiermee kan het TNC postvak uw bericht opslaan. Als u het
bericht enkel door een bepaald station wilt laten lezen, voer dan
een roepnaamin na de commandonaam. bijv. W JA1YKX. Om
de berichtingang te bevestigen, moet u op [Enter] (of [Return])
drukken, dan op [Ctrl]+[C] en weer op [Enter] (of [Return]). Een
onderwerp mag maximaal 30 alfanumerieke tekens lang zijn.
Hierdoor voert de TNC software-datatransport uit als hij aanstaat
en hardware-datatransport als hij uitstaat.
PACKET-7
Parameter
Standaard
−
−
Call1 (VIA call2,
CQ
call3
0 ~ 10
1
−
−
ON/ OFF
ON