GEVOELIGHEID MICROFOON
U kunt het invoerniveau van de microfoon instellen.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 111.
2 Stel de microfoongevoeligheid in op HIGH, MEDIUM of LOW.
Opmerkingen:
◆
Hoe hoger u het invoerniveau instelt, des te beter kunt u
omgevingsgeluiden ontvangen.
◆
Afhankelijk van de fi rmwareversie TM-V71, wordt Menu 111 mogelijk niet
weergegeven. Het kan zijn dat u uw fi rmware moet upgraden.
EEN BAND MASKEREN
Als u niet van plan bent band A of B te gebruiken, kunt u de
frequentie-display verbergen op de niet-gebruikte band. Hierdoor
bespaart u energie en kunt u eenvoudiger de informatie afl ezen
die u nodig hebt.
1 Zet de zendontvanger uit.
2 Druk op de linker of rechter [BAND SEL] + Power ON.
•
De bandmasker-display verschijnt.
3 Draai aan de Afstelknop om de band te selecteren die u wilt
verbergen (of terugkeren naar normaal).
4 Druk op de Afstelknop om de geselecteerde band in te
stellen.
5 Draai aan de Afstelknop om de band in te stellen voor de
selectie van USE of MASK.
•
Met USE kunt u de band normaal zien en gebruiken. Met MASK
verbergt u de band op de display.
6 Druk op de Afstelknop om de selectie in te stellen.
7 Druk op [ESC] om de modus te verlaten.
Opmerking: U kunt de gemaskeerde band niet gebruiken voor ontvangen of
uitzenden.
PC-POORTSNELHEID
U kunt de snelheid instellen waarop de computer en de
zendontvanger informatie uitwisselen wanneer de zendontvanger
is aangesloten op uw computer.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 519.
2 Zet de PC-poortsnelheid op 9600, 19200, 38400 of 57600
bps.
•
Door het apparaat in of uit te schakelen verandert u de
poortsnelheid.
SCHEIDINGSBALK TONEN
U kunt desgewenst de scheidingsbalk die u ziet tussen de
banden A en B verwijderen.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 527.
2 Zet de scheidingsbalkweergave op ON of OFF.
WACHTWOORD VOOR INSCHAKELEN
Als u wachtwoordbescherming hebt ingeschakeld voor het
inschakelen van het apparaat, kunt u de zendontvanger niet
bedienen zonder eerst uw wachtwoord in te geven nadat u de
zendontvanger hebt aangezet. U kunt uw wachtwoord wijzigen
met behulp van de MCP-2A-software en maximaal 6 cijfers
invoeren.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 998.
2 Zet de wachtwoordbescherming ON of OFF.
•
Wanneer op ON, verschijnt "PASSWD" op de display.
3 Voer uw wachtwoord.
4 Na het invoeren van maximaal 6 cijfers, druk op de
Afstelknop om het wachtwoord in te stellen.
Opmerking: Zelfs als u Menu 998 hebt aangezet, wordt het wachtwoord voor
het inschakelen van het apparaat niet geactiveerd voordat u een wachtwoord
instelt met behulp van de MCP-2A -software.
OTHER OP-5