Opmerking: U kunt de volgende functies instellen bij gebruik van de combinatie RC-D710 + PG-5J volgens de betreffende uitleg:
•
Pieptoon ON/OFF (menunummer 000)
•
Display-instellingen (menunummer 501 - 505)
INSCHAKELMELDING
Iedere keer wanneer u de zendontvanger aanzet, verschijnt
"HELLO" (standaard) gedurende 2 seconden op de display.
U kunt u favoriete bericht programmeren in plaats van de
standaardmelding.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 500.
2 Voer uw bericht in.
•
Druk op [CLR] om zo nodig het hele bericht te wissen.
DISPLAY-HELDERHEID
U kunt de verlichting van de display handmatig wijzigen volgens
de lichtsituatie waarin u zich bevindt.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 501.
2 Stel uw helderheidsniveau in van 1 t/m 8 of zet deze uit.
■ Automatische display-helderheid
Wanneer u Automatische helderheid activeert, licht de display
op iedere keer dat u op een toets drukt.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 502.
2 Zet de Automatische helderheidfunctie aan of uit.
■ Achtergrondkleur
U kunt de verlichting van de display handmatig wijzigen
volgens de lichtsituatie waarin u zich bevindt.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 503.
2 Zet de achtergrondkleur op AMBER of GREEN.
ANDERE BEWERKINGEN
•
Volume pieptoon (menunummer 001)
OTHER OP-1
•
Instelling inschakelmelding (menunummer 500)
■ Displaycontrast
De zichtbaarheid van het display verandert onder invloed van
omgevingsfactoren, bijvoorbeeld overdag en 's nachts. Als u
het display niet goed kunt zien, gebruik deze functie om het
beste displaycontrast te selecteren.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 504.
2 Stel uw contrastniveau in van 1 tot 16.
Opmerking: Het displaycontrast is gevoelig voor temperatuursveranderingen.
Stel het contrast naar behoefte in.
■ Positieve/ Negatieve omkering
U kunt de status van het display wijzigen tussen negatief en
positief (standaard).
1 Voer de Menumodus in en open Menu 505.
2 Stel de achtergrondkleur in op NEGATIVE of POSITIVE.
TOETSVERGRENDELING
De toetsvergrendelingsfunctie zorgt ervoor dat de instellingen
van uw zendontvanger ongewijzigd blijven als u per ongeluk
op een toets drukt. Wanneer u de functie activeert, kunt u de
volgende functie nog steeds gebruiken:
•
[ ]
•
[PTT]
Voor het vergrendelen of ontgrendelen van de toetsen, druk op
[F] (1s).
•
Wanneer toetsvergrendeling aan staat, verschijnt het pictogram
op de display.
■ Vergrendeling microfoontoetsen
De functie Vergrendeling microfoontoetsen vergrendelt de PF
(Programmeerbare functie)-toetsen van de microfoon.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 513.
2 Zet de vergrendeling microfoontoetsen aan of uit.