Code en beschrijving
F11 (blocking error)
Vlamdetectie met gesloten
gasblok.
F18 (blocking error)
Communicatiefout
F19 (blocking error)
Voedingspanning is te
laag.
C02 (lock out error)
Foutmelding van de
besturing.
Interne foutmelding van
de besturing.
Interne foutmelding van
de besturing.
C03 (blocking error)
Resetfout
C04 (blocking error)
Toestelselectiefout
C05 (blocking error)
Foutmelding van de
zonnebesturing.
0311756_SGS_28-120_II_BENL_V2.1, 2020-01-31
Oorzaak
Defecte gasblokken
Geen voeding aanwezig op
zonnebesturing
Geen kabel of kabelbreuk
Kortsluiting Q/T-sensor
Te lage voedingspanning aanwezig.
Onjuiste referentiespanning van de AD-
omzetter.
•
EEPROM leesfout
•
50 Hz error
•
Interne communicatiefout
•
Gaskleprelais error
•
Veiligheidsrelais error
•
Ontstekingsrelais error
•
RAM error
•
EEPROM error
•
Inhoud EEPROM conspondeert niet
met software versie
•
Processor software error
Teveel resets in een te korte periode
Verkeerde toestelselectie /Verkeerde
selectieweerstand
•
Onjuiste referentiespanning van de
AD-omzetter.
•
EEPROM error
Maatregel
Zie F07.
•
Controleer of er spanning staat op de
zonnebesturing
•
2. De te meten spanning moet 230 VAC
(-15%, +10%) zijn
•
Controleer bekabeling
(communicatiekabel) tussen
hoofdbesturing en de zonnebesturing
•
In geval van geen kabel dient de kabel
aangesloten te worden
•
In geval van breuk dient kabel vervangen
te worden
Controleer of de Q/T-sensor correct is
aangesloten op de besturing.
•
Aansluiten van de Q/T-sensor.
•
In het geval van communicatiestoringen
moet de Q/T-sensor worden vervangen.
1.
Controleer of er spanning staat op de
besturing
2.
De te meten spanning moet 230 VAC
(-15%, +10%) zijn
1.
Reset besturing.
2.
Controleer of de frequentie van de
voedingsspanning voldoet (zie sectie
11.1). Indien dit niet het geval is neem
dan contact op met uw installateur
3.
Indien frequentie goed is maar de storing
niet verholpen, vervang de besturing.
Wacht tot de fout verdwijnt (maximaal 1
uur). Indien de storing niet verdwijnt dient
de toestelregeling vervangen te worden.
1.
Controleer of het juiste toestel
geselecteerd is (zie sectie 11.1).
2.
Indien het juiste toestel geselecteerd is,
plaats de juiste selectieweerstand.
3.
Selecteer, bij onjuiste toestelselectie, het
juiste toestel.
•
Reset besturing.
•
Controleer of de frequentie van de
voedingsspanning voldoet. Indien dit niet
het geval is neem dan contact op met uw
installateur.
•
Indien frequentie goed is maar de storing
niet verholpen vervang de
zonnebesturing.
97