8
8.1
8.2
n
8.2.1
0311756_SGS_28-120_II_BENL_V2.1, 2020-01-31
Instellingen
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel is volledig menugestuurd. De gebruiker kan instellingen wijzigen en
kan de status en de geschiedenis van de boiler controleren.
Raadpleeg Bedieningspaneel (zie sectie 3) voor informatie over het gebruik van het
bedieningspaneel.
Serviceprogramma
Met het serviceprogramma kan de installateur of service- en onderhoudsmonteur.
•
De toestelhistorie uitlezen;
•
De storingshistorie uitlezen;
•
De toestelhistorie uitlezen;
•
De toestelselectie uitlezen;
•
De pomp aan- of uitzetten;
•
Het service-interval instellen;
•
Servicestand;
•
De legionellapreventie instellen;
•
Zonnesysteemconfiguratie;
•
De cv-configuratie instellen.
De onderliggende paragrafen beschrijven in het kort deze submenu's.
Opmerking
De notatiewijze voor de bediening van het servicemenu is gelijk aan die van het
hoofdmenu (zie sectie 4.3.1). Maar u gebruikt [] om het serviceprogramma te bereiken in
plaats van [], waarmee u het hoofdmenu opent.
Hysterese
De boiler start niet direct wanneer de watertemperatuur onder het setpoint van de
temperatuur ligt. Om te voorkomen dat de boiler te vaak in- en uitschakelt, is er een
marge; de hysterese.
De standaardhysterese is 10 °C. Dit betekent dat de boiler begint op te warmen wanneer
de watertemperatuur 10 °C onder het setpoint van de temperatuur ligt. Gebruik parameter
003 om de hysterese te wijzigen.
79