Inhoudsopgave
Advertenties
Code en beschrijving
F04 (lock out error)
Drie mislukte
ontstekingspogingen.
F05 (lock out error)
Er zijn te veel vlamfouten
gesignaleerd.
F06 (blocking error)
Kortsluiting tussen
ionisatiepen en aarde
F07 (lock out error)
Er is een vlam
geconstateerd na het
sluiten van het gasblok.
F08 (lock out error)
Foutmelding
veiligheidsrelais
F09 (lock out error)
Watertemperatuurbeveiligi
ng.
96
Oorzaak
Geen gas
Lucht in de gasleiding
Fout in het gloeiontstekercircuit
Fout in het ionisatiecircuit
Te lage voedingsspanning
Verkeerde dak- of muurdoorvoer.
Recirculatie van rookgassen.
Contact met metalen oppervlakte door
kabelbreuk of vervormde ionisatiepen.
Keramisch deel van de ionisatiepen is
gebroken/gescheurd.
Defecte gasblokken
Vlamdetectie voordat gasblok geopend
wordt.
De temperatuur boven in de tank is
hoger dan 93°C.
Maatregel
•
Open de hoofdgaskraan en/of gaskraan
voor het gasblok
•
Controleer voordruk op het gasblok
•
Herstel indien nodig de gastoevoer
Ontlucht de gasleiding (zie sectie 7.9.2) en
meet de voordruk en branderdruk.
•
Controleer of gloeiontsteker op de juiste
manier is aangesloten (JP2).
•
Controleer bekabeling van de
gloeiontsteker
•
Meet de weerstand over de
gloeiontsteker. Deze moet tussen de 2 en
10 Ohm liggen (bij kamertemperatuur).
•
Kijk of de gloeiontsteker oplicht tijdens
ontsteken.
•
Indien nodig, de gloeiontsteker
vervangen.
•
Controleer of ionisatiepen op de juiste
manier is aangesloten (JP2)
•
Controleer de bekabeling van de
ionisatiepen
•
De ionisatiespanning meten. Deze moet
minimaal 1,5 microA zijn.
•
Indien nodig, de bedrading vervangen.
Controleer de voedingsspanning, deze moet
230 VAC (-15%, +10%) zijn.
•
Controleer of de juiste dak- of
muurdoorvoer geplaatst is (zie sectie
7.7).
•
Indien nodig plaats juiste dak- of
muurdoorvoer.
•
Controleer of dak- of muurdoorvoer in
een toegestaan gebied uitmond.
Controleer bekabeling en ionisatiepen.
Vervang indien nodig de bekabeling en/of
ionisatiepen.
•
Controleer of het keramische deel van de
ionisatiepen nog heel is ter plaatse van
de luchtverdeelplaat van de brander.
•
Indien dit niet het geval is, moet de
ionisatiepen vervangen worden.
•
Controleer of er nog branderdruk
aanwezig is, wanneer de gasblokken
gesloten zijn.
•
Controleer of er nog een vlam aanwezig
is wanneer de gasblokken gesloten zijn.
•
Indien dit het geval is moet het gasblok
vervangen worden.
•
Reset besturing.
•
Indien storing opnieuw verschijnt,
besturing vervangen.
•
Controleer werking van een eventuele
circulatiepomp
•
Controleer positie van de temperatuur
sensor T
1
•
Reset besturing
Gedeelte over installatie, service en onderhoud
Advertenties
Inhoudsopgave
