7.8.3.5
7.8.4
7.8.4.1
7.8.4.2
n
66
3.
Indien u niet meer behoeft aan te sluiten:
-
Monteer de kap van het elektrisch aansluitblok.
-
Monteer de kappen van het toestel.
Communicatiekabel op zonnesysteem aansluiten
Tussen de besturing van het toestel en de besturing van het zonnesysteem dient u een
communicatiekabel aan te sluiten.
1.
Sluit de kabels (X 5 en X 6 ) aan op punten 23 en 24 volgens de tabel (zie sectie
7.8).
2.
Monteer de kabel in de trekontlaster.
3.
Indien u niet meer behoeft aan te sluiten:
-
Monteer de kap van het elektrisch aansluitblok.
-
Monteer de kappen van het toestel.
Elektrische aansluiting zonnesysteem
n deze paragraaf komen achtereenvolgens aan de orde:
•
Voorbereiding (zie sectie 7.8.4.1);
•
Netspanning aansluiten (zie sectie 7.8.4.2);
•
Pompstation aansluiten - modulerende pomp (zie sectie 7.8.4.3);
•
Sensor zonnecollector aansluiten (zie sectie 7.8.4.4);
•
Tanksensor aansluiten (zie sectie 7.8.4.5);
•
Toptanksensor aansluiten (zie sectie 7.8.4.6);
•
Communicatiekabel aansluiten (zie sectie 7.8.4.7);
•
Q/T-sensor aansluiten (zie sectie 7.8.4.8).
Voorbereiding
Verwijder de deksel (middels de klikverbinding) waaronder het aansluitblok voor de
collector zit. Deze heeft de onderstaande aansluitpunten:
Netspanning aansluiten
Opmerking
De besturing van het zonnesysteem moet, net als de besturing van het toestel,
aangesloten worden op een permanente elektrische verbinding op de netspanning. Tussen
de vaste verbinding moet een dubbelpolige hoofdschakelaar komen te zitten. Dit is
dezelfde dubbelpolige hoofdschakelaar als die tussen de netspanning en het toestel zit.
Op het moment dat deze schakelaar bediend wordt kunnen beide besturingen aan of uit
gezet worden.
1.
Sluit aarde, fase en nul aan op de punten 1 t/m 3
2.
Monteer de kabels in de trekontlaster.
3.
Sluit de voedingskabel aan op de hoofdschakelaar.
4.
Ga verder (zie sectie 7.8.4.3).
Gedeelte over installatie, service en onderhoud