In geval van pech
► Draai de slotbout met de wielsleutel (5) en de
dop (2) vast.
► Draai de overige wielbouten met alleen de
wielsleutel (5) vast.
► Bevestig de doppen op de de wielbouten
(afhankelijk van de uitvoering).
► Berg het gereedschap op.
Het reservewiel
terugplaatsen
Het wiel met de lekke band kan niet
onder de vloer van de bagageruimte
geplaatst worden.
156
► Leg het reservewiel terug in de
reservewielbak.
► Draai de moer op de bout een aantal
omwentelingen los.
► Plaats het bevestigingssysteem (moer en
bout) op het midden van het wiel.
► Draai de centrale moer voldoende vast om
het wiel goed te bevestigen.
► Berg de gereedschapskist in het midden van
het wiel op en klik de kist vast.
► Klik de gereedschapskist vast, of plaats
de afdekking van polystyreen weer terug
(afhankelijk van de uitvoering).
Als er geen wiel in de reservewielbak ligt,
kan het bevestigingssysteem (moer en
bout) niet worden teruggeplaatst.
Na het verwisselen van een
wiel
Met een noodreservewiel
Schakel bepaalde rijhulpsystemen
uit (Active Safety Brake, Adaptieve
snelheidsregelaar enz.).
Rijd niet sneller dan 80 km/h.
Het is verboden om met meer dan één
noodreservewiel te rijden.
Laat het aanhaalmoment van de
wielbouten en de bandenspanning van
het reservewiel zo snel mogelijk door een
CITROËN-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats controleren.
Laat de lekke band controleren. Na inspectie
kan de monteur u vertellen of de band
kan worden gerepareerd of moet worden
vervangen.
Een lamp vervangen
Onder bepaalde weersomstandigheden
(zoals een lage temperatuur of vocht)