Bevestig de allesdragers uitsluitend op de vier
verankeringspunten op het dakframe. Deze
punten zijn niet zichtbaar als de portieren zijn
gesloten.
De bevestigingen van de allesdragers zijn
voorzien van een nok die in de opening van het
verankeringspunt moet worden gestoken.
Uitvoering met dakrails
U moet de allesdragers bevestigen op de
dakrails op de bevestigingspunten onder de
dakrails.
Schuif-/kanteldak
Controleer of de lading niet onder de
allesdragers uitsteekt en daardoor in contact
kan komen met het schuif-/kanteldak als dit
wordt bediend.
Aanbevelingen
► Verdeel de lading gelijkmatig om
te voorkomen dat een van de zijden wordt
overbelast.
► Plaats de zwaarste lading zo dicht
mogelijk bij het dak.
► Sjor de lading goed vast en markeer
buiten de auto stekende lading.
► Rijd behoedzaam: wees bedacht op een
grotere zijwindgevoeligheid (de stabiliteit
van de auto kan door de belading worden
beïnvloed).
► Verwijder de allesdragers zodra deze niet
meer nodig zijn.
Maximaal toegestane last op
allesdragers voor een hoogte van minder
dan 40 cm:
– zonder dakrails: 50 kg,
– met dakrails: 45 kg.
Deze waarde kan worden gewijzigd,
raadpleeg de in de handleiding van de
Praktische informatie
allesdragers vermelde maximaal toegestane
last.
Pas bij een belading hoger dan 40 cm de
rijsnelheid aan de rijomstandigheden aan
om schade aan de allesdragers en de
bevestigingspunten op het dak te voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land met
betrekking tot het vervoeren van voorwerpen
die langer zijn dan de auto.
Motorkap
Stop & Start
Schakel het contact altijd uit als
u handelingen onder de motorkap wilt
uitvoeren, om letsel door het automatisch
activeren van de START-stand te voorkomen.
Door de plaats van de hendel kan de
motorkap niet worden geopend zolang
het voorportier links is gesloten.
Wees bij warme motor voorzichtig met
het bedienen van de veiligheidshaak en
de motorkapsteun (kans op brandwonden).
Gebruik de beschermde zone.
Zorg ervoor dat u bij geopende motorkap niet
tegen de hendel aan stoot.
7
139