Inhoudsopgave
Advertenties
Montage
10 Beschrijving servicepro-
gramma
Draag persoonlijke beschermingsmidde-
len (bijv. waterdichte veiligheidshand-
schoenen, veiligheidsbril, mondbescher-
ming) om infecties te vermijden
Met behulp van het serviceprogramma kunnen
de verschillende functies van het apparaat wor-
den getest.
De afzonderlijke programmastappen zijn:
– Indicatietest
– Sediment-peilmeting
– Motorstart en motorrem met toerentalcontrole
– In- en uitgangssignalen
Werking van de servicetoets:
– Door twee maal op de servicetoets te drukken,
worden de afzonderlijke programmastappen
doorgeschakeld.
NL
– Door eenmaal op de servicetoets te drukken
wordt de programmastap herhaald.
Het indrukken van de servicetoets wordt d.m.v.
een signaaltoon bevestigd.
10.1
Serviceprogramma AAN/UIT
Aan
– Druk op de servicetoets en schakel de voeding
van het apparaat IN.
– Zodra u een geluidssignaal hoort, laat u de
servicetoets los.
De groene, gele en oranje lampjes op het indi-
catiemoduul (indicatietest) gaan branden en
het serviceprogramma is geactiveerd.
Uit
Schakel de voeding van het apparaat uit.
10.2
Indicatietest
De indicatietest is reeds met het inschakelen van
het serviceprogramma geactiveerd.
De lampjes op de indicatiemodule worden
getest. Alle drie de lampjes moeten branden.
Bovendien klinkt een signaalmelodie, die door
het indrukken van de servicetoets kan worden
uitgeschakeld.
10.3
Sediment-peilmeting
Terwijl het serviceprogramma is geacti-
veerd, is de veiligheidscontrole voor de
opvangtank gedeactiveerd.
22
Met de sediment-peilmeting kan de functie van
de sedimenttoets en de functie van de leds wor-
den gecontroleerd.
Bij elke druk op de servicetoets wordt het sedi-
mentpeil gecontroleerd. Wordt hierbij gebruikge-
maakt van een testtank, dan kunnen de verschil-
lende peilen worden bepaald en op de indicatie-
module worden weergegeven.
Bij de vervanging van de tank (opvangtank - test-
tank) in het serviceprogramma blijft het apparaat
in IN-geschakelde toestand.
10.4
Motorstart - motorrem
De aandrijfmotor start en wordt na ca. 5 sec.
geremd. Wordt voordat de 5 sec. voorbij zijn op
de servicetoets gedrukt, dan wordt de motor
direct afgeremd.
Deze werkwijze kan door telkens 1x drukken van
de servicetoets worden herhaald.
De aandrijfmotor start.
Door de toerentalcontrole gaat het lampje voor
het starten van de motor van rood naar groen en
bij het remmen van groen naar rood.
10.5
In- en uitgangssignalen
– Na het activeren van het programmapunt knip-
pert het gele lampje en aan de aansluiting voor
de spoeleenheid kan een gefaseerde gelijk-
spanning (ca. 22-30 V) worden gemeten.
– Wanneer de zuigslang uit het slangophangsys-
teem wordt gehaald, gaat het groen lampje
branden.
– Wanneer de opvangtank eruit wordt gedraaid,
gaat het rode lampje branden.
7117100018L30 2011V003
Advertenties
Inhoudsopgave
