Installatiewijze
Kabeluitvoering (minimu-
meis)
flexibel
– PVC-datakabel met
of
– Lichte PVC-stuurkabel
Leidingsdoorsnede
Voedingskabel apparaat
– 0,75 mm²
Aansluiting externe ventielen/apparaten:
– 0,5 mm²
7117100018L30 2011V003
afgeschermde mantel
voor communicatie- en
informatieverwerkingsin-
stallaties (bijv. type
LiYCY)
met afgeschermde
mantel
7
Installatie
Vóór werkzaamheden aan het apparaat of
bij gevaar spanningsvrij schakelen.
7.1
Apparaten veilig aansluiten
Bij het onderling op elkaar aansluiten van meer-
dere apparaten of het aansluiten van het appa-
raat op delen van installaties kunnen gevaren
ontstaan (bijv. door lekstromen).
Sluit het apparaat alleen aan wanneer er geen
❯
gevaar voor de bediener noch de patiënt aan-
wezig is.
Sluit apparaten alleen aan wanneer de omge-
❯
ving hierdoor niet wordt beïnvloed.
Laat, wanneer een gevaarloze koppeling niet
❯
uit de specificaties van het apparaat blijkt, de
veiligheid door een deskundige (bijv. de betrok-
ken fabrikant) vaststellen.
7.2
Installatie van de CAS 1 in
behandelingsunits
De CAS 1 Combi Separator voor KaVo behande-
lingsunits vereist een gedefineerde montagesitua-
tie om de veiligheidstechnische normen te vervul-
len. Daarom mag hij uitsluitend worden gemon-
teerd in de door KaVo daarvoor bedoelde en vrij-
gegeven behandelingsunits!
Door KaVo vrijgegeven behandelingsunits
Nieuwe uitrusting, levering vanaf 01/2016: E50,
E50 Life, E70/E80, E70/E80 Vision, 1058, 1058
Life
Nood aan vervangstukken voor afgedankte
apparaten zoals 1078 en 1080 e. a..
WAARSCHUWING
Infectie door gecontamineerd appa-
raat
Voor werkzaamheden aan het appa-
❯
raat de afzuiging reinigen en ontsmet-
ten.
Draag persoonlijke beschermingsmid-
❯
delen bij werkzaamheden (bijv. water-
dichte veiligheidshandschoenen, veilig-
heidsbril, mondbescherming).
Bevestig het apparaat op een geschikte plaats
loodrecht aan de behandelingsunit. Het apparaat
is met rubberstootkussens in een metalen frame
opgehangen. Deze ophanging verhindert de
overbrenging van eventueel optredende vibraties
bij werkend apparaat op de behandelingsunit.
Montage
NL
17