34
De meetformule
2. Gereflecteerde emissie van omgevingsbronnen = (1 – ε)τW
flectiecoëfficiënt is van het object. De omgevingsbronnen hebben de temperatuur
T
.
refl
Aangenomen is dat de temperatuur T
nen de halve bol, gezien vanuit een punt op het oppervlak van het object. Natuurlijk
is dat soms een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Deze vereenvoudiging is ech-
ter noodzakelijk om een werkbare formule te herleiden en er kan, in ieder geval theo-
retisch, een waarde worden toegekend aan T
weergeeft van een complexe omgeving.
Merk ook op dat we hebben aangenomen dat de emittantie van de omgeving = 1. Dit
is conform de wet van Kirchhoff: alle straling die de omringende oppervlakken raakt,
zal uiteindelijk door diezelfde oppervlakken worden geabsorbeerd. Zodoende geldt
dat de emittantie = 1. (Merk echter op dat voor dat laatste rekening moet worden ge-
houden met de complete bol om het object heen.)
3. Emissie vanuit de atmosfeer = (1 – τ)τW
mosfeer is. De temperatuur van de atmosfeer is T
Het totale opgevangen uitstralingsvermogen kan nu worden uitgeschreven (Vergelijking
2):
We vermenigvuldigen iedere term met de constante C uit Vergelijking 1 en vervangen de
CW-producten met de corresponderende U volgens dezelfde vergelijking. We krijgen
dan (Vergelijking 3):
Los Vergelijking 3 op voor U
Dit is de algemene meetformule die wordt gebruikt in alle thermografische apparatuur
van FLIR Systems. De spanningen van de formule zijn:
Tabel 34.1 Spanningen
U
obj
U
tot
U
refl
U
atm
De gebruiker moet een aantal parameterwaarden opgeven voor de berekening:
• de emittantie van het object ε,
• de relatieve vochtigheid,
• T
atm
• de afstand van het object (D
• de (effectieve) temperatuur van de omgeving van het object of de gereflecteerde om-
gevingstemperatuur T
refl
• de temperatuur van de atmosfeer T
Dit kan soms een zware opgave zijn voor de gebruiker omdat er normaal gesproken
geen makkelijke manier is om de nauwkeurige waarden voor emittantie en atmosferische
transmissie voor het betreffende geval te vinden. De twee temperaturen vormen normaal
#T559880; r. AI/34207/35407; nl-NL
gelijk is voor alle stralende oppervlakken bin-
refl
die een efficiënte temperatuur
refl
, waarbij (1 – τ) de emittantie van de at-
atm
atm
(Vergelijking 4):
obj
Berekende uitgangsspanning van de camera voor een blackbody
met temperatuur T
, d.w.z. een spanning die rechtstreeks kan wor-
obj
den omgezet naar de werkelijke gevraagde objecttemperatuur.
De gemeten uitgangsspanning van de camera voor het betreffende
geval.
De theoretische uitgangsspanning van de camera voor een black-
body met temperatuur T
volgens de kalibratie.
refl
De theoretische uitgangsspanning van de camera voor een black-
body met temperatuur T
volgens de kalibratie.
atm
)
obj
en
atm
, waarbij (1 – ε) de re-
refl
.
298