13
Omgaan met de camera
7. Druk de lens voorzichtig op zijn plaats.
8. Draai de lens 30° rechtsom.
13.12 Het kompas kalibreren
13.12.1 Procedure
Volg deze procedure:
1. Druk op de joystick om het menusysteem weer te geven.
2. Gebruik de joystick om naar
3. Druk op de joystick om het menu Instellingen weer te geven.
4. Selecteer Apparaatinstellingen en druk op de joystick.
5. Selecteer GPS en kompas en druk op de joystick.
6. Selecteer Kompas. Als het selectievakje Kompas niet is aangevinkt, druk dan op de
joystick om het kompas te activeren.
7. Selecteer Kompas kalibreren en druk op de joystick. Volg de instructies op het
scherm.
Opm. U moet de camera langzaam draaien.
13.13 De oogkap van de zoeker verwisselen
VOORZICHTIG
Toepasbaarheid: Camera's met een zoeker.
Zorg dat de stralen van intensieve energiebronnen niet in de zoeker komen. Dit kan de camera bescha-
digen. Dit geldt ook voor apparaten die laserstraling uitstralen, of de zon.
Opm. Dit onderdeel is afhankelijk van het cameramodel.
#T559880; r. AI/34207/35407; nl-NL
(Instellingen) te gaan.
32