8
Onderdelen van de camera
8.7 Laserwijzer
8.7.1 Figuur
Figuur 8.1 Deze afbeelding laat het verschil in positie zien tussen de laserwijzer en het optische midden
van de infraroodlens.
WAARSCHUWING
Kijk niet rechtstreeks in de laserstraal. De laserstraal kan oogirritaties veroorzaken.
Opm. Het symbool
verschijnt op het scherm wanneer de laserwijzer is
ingeschakeld.
Opm. De laserwijzer wordt geactiveerd door een instelling. Selecteer
(Instellingen)
> Apparaatinstellingen > Camera-instellingen > Lamp en laser > Lamp en laser aan.
Opm. De laserwijzer is wellicht niet op alle markten beschikbaar.
8.7.2 Laserwaarschuwing
Op de camera is een laserwaarschuwing aangebracht met de volgende informatie:
8.7.3 Regels en voorschriften voor laser
Golflengte: 635 nm. Maximum uitgangsvermogen: 1 mW.
Dit product voldoet aan de normen 21 CFR 1040.10 en 1040.11, met uitzondering van
afwijkingen volgens de laserkennisgeving Nr. 50 van 24 juni 2007.
20
#T559880; r. AI/34207/35407; nl-NL