Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

7.15 Ontsmettingsapparaat
II
Het AMAZONE
ontsmettingsapparaat
II wordt
gebruikt
bij ontsmetting
van b.v. tarwe
met kwikzilvervrije
en kwikzilverhoudende
ontsmettingsmiddelen.
Ook zaaigoed
poeders
kunnen met het ontsmettingsapparaat
II goed aan het zaaigoed
worden toegevoegd.
Het ontsmettingsapparaat
strooit
exakt de gewenste
hoeveelheid
ontsmettingsmiddel
in
de zaaigoedstroom
naar de zaairaden.
De roerkapaciteit
van de snellopende
roerderas
wordt
door extra roerbeugels
vergroot.
Hierdoer
wordt het ontsmettingsmiddel
aan de zaaitarwe
aangekleefd.
Bediening
van het ontsmettingsapparaat
II:
a. Afsluitplaten
(fig. 38/1) van onder de doseerhuizen
(fig. 382) afnemen.
In gevallen
dat
enkele zaairaden
niet worden
gebruikt,
moeten
de afsluitplaten
aan de doseerhuizen
over de niet in gebruik zijnde zaairaden
blijven.
b. Ontsmettingsapparaat
met ontsmettingsmiddel
vullen. Hierbij er op letten dat de rubber-
roerderas
(fig. 3813) in de ontsmettingsmiddeltrechter
(fig. 3814) recht op Staat. Deze
stand verkrijgt
men door aan het aandrijfwiel
te draaien
wanneer
dit van de grond
is
gelicht. Ontsmettingsapparaat
door opleggen
van het deksel afsluiten.
c. Daarna de zaadkast
met graan vullen,
ongeveer
tot aan de bovenkant
van het ont-
smettingsapparaat.
Wanneer
er meer zaad in de zaadkast
wordt gedaan dan draait de
roerderas
en dus ook het luchtbandwiel
zwaarder, waardoor
het afdraaien
moeilijk gaat.
d. Men kan twee instellingen
kiezen:
In de kruk (fig. 40/1) op de zaaias kan de bout van de krukstang
bevestiging
(fig. 40/2)
in stand 0, A, B of C worden
vastgemaakt
overeenkomstig
de tabel voor ontsmetting.
In stand 0 is het ontsmettingsapparaat
uitgeschakeld.
In stand C wordt
de maximaal
mogelijke
hoeveelheid
ontsmettingsmiddel
gedoseerd.
De standen
A en B zijn voor
het uitbrengen
van tussenliggende
hoeveelheden.
Op de sehaal van de kruk (fig. 4013) dient het kencijfer
dat in de tabel wordt
opge-
geven,
ingesteld
te worden.
Een hoger
cijfer
betekent
dat een grotere
hoeveelheid
van het ontsmettingsmiddel
wordt gedoseerd.
Aan de kruk (fig. 4013) wordt de fijn in-
stelling gemaakr.
e. Ontsmettrngsapparaat
vijf deel strepen
hoger
instellen
als in de tabel
is opgegeven
(zie blz. 38).
Voorbeeld:
tabel A3
Stand A8
of tabel A8
Stand B5
Deze overdosering
is alleen
bij het beginnen
gewenst
zodat
de ontsmetting
goed
wordt begonnen.
f. Een afdraargoot
vol graan draaien.
Tijdens
het afdraaien
goed opletten
wanneer
het
mengen
met ontsmettingsmiddel
begint.
Daarna de juiste instelling
van het ontsmet-
tingsapparaat
instellen
overeenkomstig
de opgave
in de tabel (blz. 38), dat betekent:
de vijf strepen
verschil
die voor het afdraaien
werden
ingesteld
weer terugstellen
volgens de tabel.
g Afdraaiproef
voor het te verzaaien
graan uitvoeren
(vlg. pnt. 2.9)
h. Zaadkast
verder vullen
i. Afsluitschuiven
(fig. 39/1) van de zaaihuizen
(fig. 39/2) op stand
,,3/4" schuiven,
ook
wanneer
in de zaaitabel
stand ,,open" wordt opgegeven.
Door de intensieve
roerwerking
van de roerbeugels
(fig. 38/5) kan nu het zaaigraan
via de zaairaden
onbelemmert
naar
buiten stromen.
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave