Fig. 13
Fig. 14
7.2 Sporenwissers
(zie ook punt 2.3)
Om te trekkersporen
te egaliseren
ri]n sporenwissers
noodzakelijk.
Deze sporenwissers
rijn bevestigd
aan de voorste hoofdframebalk
(fig. 13/1) en dienen LO gemonteerd
te wor-
den dat zi] rechts en links van het trekkerspoor
in lasse aarde werken en door een ploe-
gende werking
der toestrijkervleugels
(fig. 1312) de trekkersporen
voldoende
vullen.
Wanneer de machine niet met centrale
veerdrukregeling
is uitgevoerd,
kunnen de sporen-
toestrijkers
ook schuin worden
geplaatst
door ze voor en achter de balk te monteren,
en ,,op schot"
worden
vastgezet
(fig. 14). Hierdoor
wordt de grootst
mogelijke
doorlaat
verkregen
tussen de wissers.
In fig. 13 ziet iJ dat de sporenwissers
naast elkaar zijn ge-
plaatst.
U dient er op te letten dat de bevestigingsbeugels
(fig. 1412) van de buitenste
sporen-
wissers,
bij montage
,,op schuinte"
van achteraf
over de framebalk
gestoken
moeten
worden.
Met behulp van de klembout
met kontramoer
(fig. 1411) worden de sporenwissers
vastgeklemd.
De veiligheidsbout
aan de steel (fig. 14/3) voorkomt
dat de sporenwisser
verloren
kan worden als de klembout
(fig. 14/4) los zou gaan.