4 Na het gebruik
Wanneer
het zaaien
gedaan
is en de machine
wordt
weggezet,
wordt
aangeraden
de
zaadkast
leeg te maken en de machine te reinigen.
Het verwijderen
van het in de zaad-
kast achtergebleven
zaad kunt U middels
de afdraaigoot
doen (fig. 7/8). De goot wordt
onder de zaarhuizen
(fig. 715) geplaatst.
Daarna wordt, om de zaadkast
geheel te ledigen,
dc bodemklephefboom
aan de linkerkant
van de machine zo ver mogelrjk
naar voren ge-
plaatst
Daarna loopt het zaad In de afdraaigoot
(fig. 7/8) die weer geleegd
kan worden
Wordt de machine voor een langere
Periode weggezet,
dan moeten
alle bodemkleppen
geopend
blrjven. Ook het deksel van de zaadkast
(fig. 611) kan men beter open laten.
Alleen
dan wordt
voorkomen
dat ongedierte
(muizen
en rattef?) door
knagen
aan de
kunststofdelen
(bodemkleppen,
zaairaden
enz) zieh een weg banen naar de zaadkast
om
te kijken of er nog zaadresten
in zijn.
Het allerbeste
is het, wanneer
de machine
gebruikt
is en geheel
is leeg gemaakt,
deze
geheel
te reinigen,
b.v. met een waterstraal.
Bedenk wel dat het stof van ontsmettings-
mrddel giftig IS
5 Onderhoud
en verzorging
In Principe
is de AMAZONE-zaaimachine
,,Special
11" vrij van onderhoud.
Tech dienen
(?nkele punten onder controle
te blijven-
1. De oliestand
in de aandrijfkast:
Deze kan aan het controle-oog
van buitenaf
gecontro-
leerd worden
en moet, indien nodrg, bfjgevuid
worden.
Hiervoor
moet het deksel wor-
den afgenomen
en hydraulische
olie 2,5 Ei50 C. worden
bijgevuld.
2. Aandrijfketting:
Deze moet na de eerste 20 werkuren
worden
nagespannen.
Hiervoor
moeten de beide bouten aan de kettingspanner
met een sleutel
(17 mm.) worden
los-
gedraaid
en de spanner tegen de ketting worden gedrukt.
3. Bandenspanning:
De voorgeschreven
luchtdruk
van 2 bar in de banden
dient te wor-
den aangehouden.
LET OP! Bij afwijking
van deze bandenspanning
zal de uitzaaihoeveelheid
zieh wij-
zigen.
4. Wanneer
de machrne met schijvenmarkeurs
is uitgevoerd
moeten
de nippels
na elke
20 bedrijfsuren
worden gesmeerd.
6 Zaaien van fijnzaden
Voor het zaaien
van fijnzaden
is elke AMAZONE
D 7 zaaimachine
standaard
met ge-
combineerde
nokkenraden
uitgevoerd
(,,Elite"
zaairaden
- Fig. 1111). Tijdens
het zaaien
van b.v. granen
zijn de normaal-
(fig. 11/2) en fijnzaadraden
(fig. 1113) gekoppeld
en
draaren
beiden.
Door het drukken
op een pen met de schakelhaak,
die in het plastic
mapje zit bij het instructieboekje.
kan het normaalzaadnokkenrad
(fig. 1112) buiten wer-
krng worden geret. Alleen de fijnzaadraden
draaien dan nog.
Bij het omstellen
van de machine
op frjnzaad
wordt
de hoeveelheidsinstelhefboom
(fig.
713) zoveel keer op en neer bewogen,
totdat de zaaias met de zaairaden
zo Staat, dat de
messrng bouten
van elk zaairad
zichtbaar
zijn. 1s deze positie
bereikt,
dan is op gelijke
hoogte
van de messingbouten
op de linkerkant
van de zaairaden
een stiftgat
(fig. 11/4)
te zien. Met de schakelhaak
wordt
uit elk normaal-zaairad
(fig. 11/2) de Stift er uit ge-
drukt, waardoor
de machine op fijnzaad
is omgesteld
(de ,,Elite" zaairaden
zijn dan ont-
koppelt).
De eventueel
niet te gebruiken
scharen worden
omhooggezet.
Hiervoor
is onder
elke Schaar aan de onderzijde
een ,,hoogzetnok"
aanwezig.
De betreffende
schuiven
(fig.
714) eventueel
sluiten.
10