Fig. 12
7.1 AMAZONE snelkoppelframe
Het AMAZONE
snelkoppelframe
wordt
m. b. v. de pennen
(fig. 12/1) aan de onderste
draagarmen
van de trekker
met Kat. l en met de pennen (fig. 12/2) Kat. 11, aangekoppelt.
Het bovenste
aankoppelingspunt
(fig. 1213) wordt met de topstang
van de trekker zodanig
verbonden
dat de snelkoppelaar
vertikaal
Staat.
Zifn de onderste
draagpennen
van de zaaimachine
met Kat. I (fig. 12/4) uitgevoerd,
dan
worden
er bussen (fig. 1215) op geschoven.
Daarna rrfdt men de trekker
achteruit
tot aan
do machrne. laat het snelkoppelframe
zo diep zakken
dat de onderste
vangbekken
(fig.
1216) onder de aanspanpunten
van de onderste
draagarmen
komen en de bovenste
vang-
rnurl (fig. 12/7) onder het bovenste
derde
purrt van de machrne Staat. Daarna
heft rnen
met de hydraulische
hefinrichting
het snelkoppelframe
omhoog.
Wanneer
het snelkoppel-
frame zoals omschreven
is aangekoppeld
moet men de blokkering
(frg. 1218) naar ander
laten vallen zodat de machine niet los kan gaan.
Voor het afkoppelen
dient
men de machrne
met de hydraulische
hefinrichting
van de
trekker
op te lichten.
Door te trekken
aan het koord
(frg. 12/9), vanaf de bestuurders
zitplaats,
wordt
de blokkering
(fig. 1218) weggedraaid.
Daarna
laat men de machine
op
de grond zakken, waarna het snelkoppelframe
nog dieper zakt, zodat de onderste
draag-
armen van de zaaimachrne
van de vangbekken
vrrj zijn. Men dient bij deze handelingen
het trekkoord
op spanning
te houden, zodat de blokkeringspallen
niet opnieuw
in werking
kunnen
treden
en een verder
naar onder zakken
van het snelkoppelframe
zou verhin-
deren.
12