6. Vullen, ontluchten en controleren van de
draairichting
De boostermodule wordt via de zuigaansluiting met water/me-
dium gevuld.
1. Open de klep aan de zuigzijde van het systeem. De booster-
module wordt standaard gevuld door de opvoerdruk van de
voedingspomp.
2. Er dient aan de perszijde van het systeem een ontluchtings-
klep te worden geïnstalleerd. Open deze klep.
3. Vul met water of een ander medium totdat de vloeistof via de
ontluchtingsklep naar buiten begint te stromen (zie afb. 16 en
17).
4. Mocht het systeem aan de perszijde van de hogedrukpomp
met een klep zijn uitgerust, open dan deze klep voor ongeveer
1/3.
5. Start de pomp (niet langer dan 1 seconde) en controleer de
draairichting. De juiste draairichting staat aangegeven op het
middenkapje op de V-riemschijf. Verwissel eventueel twee fa-
sen van de motor.
De draairichting van de door de turbine aangedreven pomp is
altijd correct.
De boostermodule is nu bedrijfsgereed.
7. Controleren van de werking
Afhankelijk van het aantal bedrijfsuren van de boostermodule
dient het volgende periodiek te worden gecontroleerd:
•
Volumestroom en druk.
•
Stroomverbruik.
•
Smeeroliepeil.
•
Of de smeerolie er normaal uitziet (de smeerolie dient na elke
2000 bedrijfsuren te worden ververst).
•
Of de motorkogellagers gesmeerd zijn (controleer het gat in
het lagerschild).
•
Of de lagers versleten zijn.
•
Spanning van de V-riemen.
•
Of de asafdichting lekt (afvoerslang onder de riemschijf).
•
Of het trillingsniveau veranderd is.
Het verdient aanbeveling de bedrijfsgegevens te noteren. Deze
kunnen bij onderhoud van pas komen.
8. Spanning van de V-riem
De correcte doorbuigingsafstand en -kracht staan in de techni-
sche specificaties (Technical Specification) die bij de boostermo-
dule geleverd wordt, vermeld.
Gebruik de spanningstester om te controleren of de spanning van
de V-riemen in orde is. Volg de onderstaande procedure:
1. Zet de onderste ring van de spanningstester (afb. 18) met be-
hulp van de afstandsschaal op de juiste doorbuigingsafstand.
2. Zet de bovenste ring van de spanningstester op de 0-positie
van de schaal voor de doorbuigingskracht.
3. Plaats de spanningstester haaks op de V-riem (zie afb. 18).
4. Druk op de spanningstester totdat de riem tot de waarde van
de laagste ring is doorgebogen.
De afleesnauwkeurigheid kan worden verbeterd door bijvoor-
beeld een liniaal over beide riemschijven te leggen.
5. De bovenste ring schuift naar beneden op de schaal en geeft
de doorbuigingskracht weer. Lees de doorbuigingskracht af
die zich direct boven de bovenste ring bevindt.
Afb. 18
Bovenste ring
doorbuigingskracht
Onderste ring
doorbuigingsafstand
Wanneer een nieuwe set V-riemen wordt aangebracht, moet de
spanning 1 kg hoger zijn dan de spanning die in de technische
specificaties staat vermeld.
Na ongeveer 3 uur moet de spanning worden gecontroleerd en
afgesteld op de waarde die in de technische specificaties staat
vermeld.
Na de eerste 200 bedrijfsuren moet de spanning worden gecon-
troleerd en eventueel worden bijgesteld.
De spanning van de V-riemen dient elke maand te worden ge-
controleerd. Een correcte spanning tijdens bedrijf is zeer belang-
rijk; dit voorkomt overbodige slijtage.
9