5. In bedrijf nemen
De boostermodulen mogen nooit worden ingeschakeld of bediend
met een volledig gesloten persafsluiter.
Er mag geen water/medium worden gebruikt dat stoffen bevat die
de oppervlaktespanning wegnemen (zeep bijvoorbeeld). Bij ge-
bruik van schoonmaakmiddelen moet er een bypass worden
geïnstalleerd zodat de voedingspomp alleen draait.
Het is raadzaam het ongezuiverde water te filtreren tot maximaal
30 micron.
5.1 BME
Volg voor het in bedrijf nemen van de BME-boostermodule de on-
derstaande procedure:
1. Controleer het smeeroliepeil (zie afb. 15) en het kogellagervet
in overeenstemming met hoofdstuk 10.1 Kogellagervet.
2. Controleer de spanning van de V-riem (zie hoofdstuk 8. Span-
ning van de V-riem).
3. Vul en ontlucht de boostermodule en controleer de draairich-
ting (zie hoofdstuk 6. Vullen, ontluchten en controleren van de
draairichting).
4. Start de voedingspomp en controleer of de inlaatdruk van de
boostermodule hoger is dan 1,0 bar (10 meter vloeistofkolom).
5. Start de hogedrukpomp.
6. Stel nu de werkdruk van de boostermodule op de vereiste
waarde in. Gebruik hiervoor de persklep of stel de druk in
vanaf de voedingspomp.
Afb. 16
BME
Ontluchtingsklep
Hogedrukpomp
Lagedrukschakelaar
Voedingspomp
Toevoer van
ongezuiverd water
8
Hogedrukschakelaar
RO filter
Geper-
meëerde
vloeistof
Druk-
regelklep
Concentraat
(afval)
5.2 BMET
Volg voor het in bedrijf nemen van de BMET-boostermodule de
onderstaande procedure:
1. Controleer het smeeroliepeil (zie afb. 15) en het kogellagervet
in overeenstemming met hoofdstuk 10.1 Kogellagervet.
2. Controleer de spanning van de V-riem (zie hoofdstuk 8. Span-
ning van de V-riem).
3. Vul de boostermodule. Ontlucht en controleer de draairichting
(zie hoofdstuk 6. Vullen, ontluchten en controleren van de
draairichting).
4. Start de voedingspomp en controleer of de inlaatdruk van de
boostermodule hoger is dan 2,0 bar (20 meter vloeistofkolom).
5. Start de hogedrukpomp.
6. Stel nu de werkdruk van de boostermodule op de vereiste
waarde in. Gebruik hiervoor de persklep of stel de druk in
vanaf de voedingspomp.
Afb. 17
BMET
Ontluchtingsklep
Hogedrukpomp
Turbinepomp
Lagedrukschakelaar
Voedingspomp
Toevoer van
ongezuiverd water
5.3 Limieten
De volumestroom en de werkdruk moeten altijd binnen de berei-
ken worden gehouden waarvoor de boostermodule in principe is
ontworpen.
Voor afwijkende bereiken kunnen er enige aanpassingen worden
uitgevoerd. Het toerental en het aantal waaiers kunnen namelijk
worden gewijzigd.
Bij het BMET-systeem kunnen de turbinestraalbuizen worden
verwisseld, maar er kan ook een andere turbine worden geïnstal-
leerd.
Neem hiervoor contact op met GRUNDFOS.
Hogedrukschakelaar
RO filter
Geper-
meëerde
vloeistof
Turbine
Concentraat
(afval)