A1 - HEFFEN
A2 - ZAKKEN
B1 - GRAVEN
B2 - STORTEN
C1 - UITSCHUIVEN TELESCOOPMAST
C2 - INSCHUIVEN TELESCOOPMAST
OPMERKING: Wanneer de telescopen helemaal ingeschoven
moeten worden, moet u de bediening vasthouden
totdat de telescopen helemaal ingeschoven zijn.
D1 - TOEBEHOREN (OPTIE)
D2 - TOEBEHOREN (OPTIE)
E - ELEKTROKLEP OP KOP VAN DE ARM (OPTIE)
BESCHRIJVING EN GEBRUIK VAN DE OPTIES
27 - HYDRAULISCHE BEDIENING STABILISATOREN
A1 - HEFFEN LINKERSTABILISATOR
A2 - ZAKKEN LINKERSTABILISATOR
B1 - HEFFEN RECHTERSTABILISATOR
B2 - ZAKKEN RECHTERSTABILISATOR
28 - HYDRAULISCHE COMMANDO'S HELLINGCORRECTOR (OPTIE)
A1 - LINKER HELLINGCORRECTOR
A2 - RECHTER HELLINGCORRECTOR
OPMERKING: De hellingcorrectie kan enkel worden uitgevoerd als de hefhoek van
de arm minder dan 34° is.
29 - NIVEAUAANWIJZER
A - WATERPAS
Hiermee kan worden nagegaan of de heftruck
goed horizontaal staat.
B - HELLINGMETER (OPTIE)
Het op één lijn liggen van de twee merktekens
geeft aan dat de as parallel loopt ten opzichte
van de vooras.
E
A
2 - 57
B2
A2
B1
A1
C2
C1
D2
D1
B1
A1
B2
A2
A1
B
A2