9 - HENDEL NOODREM
Om te voorkomen dat men de handrem onverwacht en ongewild losmaakt, is de hendel
voorzien van een veiligheidsblokkeringssysteem.
De noodremhendel wordt gebruikt in geval van slechte werking van de parkeerrem of
bij langdurige stilstand.
- Om de noodrem los te maken, de hendel naar achteren trekken (stand A).
- Om de noodrem los te maken, deze ontgrendelen en de hendel naar voren zetten
(stand B).
10 - ELEKTRISCHE VOORINRICHTING OP ARM
Maakt het gebruik van een elektrische functie mogelijk aan de kop van de voet van de arm.
BEDIENING VAN DE LIJN VAN HET TOEBEHOREN
- Stel schakelaar 1 in stand A (controlelampje uit).
- Beweeg knop 3 naar voren of naar achteren.
BEDIENING VAN DE ELEKTRISCHE FUNCTIE OP DE ARM
- Stel schakelaar 1 in stand B (controlelampje aan).
- Blijven drukken op de knop 2 en de knop 3 naar voren of naar achteren zetten.
11 - BIJKOMEND CIRCUIT MET SNELKOPPELINGEN
12 - UITWENDIGE WEGLOOPTERUGLOOP
Voor het aansluiten van een toebehoren dat een
wegloopterugloop benodigt.
• A – Vaste stand, wegloopterugloop niet
verbonden.
• B – Beweegbare stand, lekterugloop
verbonden.
A
2 - 67
A
B
A
1
B
2
3
B