- Geleidelijk remmen zonder schokken.
- De rijrichtingschakelaar van de heftruck soepel bedienen en alleen gebruiken als de heftruck stilstaat.
- Tijdens het rijden de voet niet op de rempedaal houden.
- Altijd in gedachten houden dat de hydrostatische stuurbekrachtiging heel gevoelig is, het stuur dan ook voorzichtig en
zonder schokken draaien.
- De verbrandingsmotor nooit laten draaien als de bestuurder niet aanwezig is in de cabine.
- De bestuurderscabine niet verlaten met een opgetilde lading.
- Altijd in de rijrichting kijken en ervoor zorgen dat de zichtbaarheid op het traject altijd optimaal is.
- Vaak in de achteruitkijkspiegels kijken.
- Om obstakels heen rijden.
- Niet rijden langs de rand van een greppel of een steile helling.
- Het gelijktijdige gebruik van twee heftrucks om zware of grote vrachten te hanteren is gevaarlijk, hiervoor moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Dit is alleen in uitzonderlijke gevallen toegestaan en na alle risico's
naar behoren ingeschat te hebben.
- De sleutelcontactsluiter is ook een noodstop in geval van storingen in de werking op heftrucks die niet van een
vuistnoodstop zijn voorzien.
INSTRUCTIES
- Altijd rijden met de heftruck met de vork of het toebehoren in de vervoersstand, dat wil zeggen op 300 mm van de grond,
met ingetrokken arm en met de schortplaat schuin naar achteren gezet.
- Wat betreft heftrucks met versnellingsbox, de aanbevolen versnelling instellen (
BEDIENINGSORGANEN).
- De rijmodus selecteren die overeenkomt met de te verrichten werkzaamheden en/of de gebruiksvoorwaarden
(
2 - BESCHRIJVING: CONTROLE- EN BEDIENINGSORGANEN)
- De parkeerrem loszetten.
- Zet de rijrichtingschakelaar in de gewenste rijrichting en geef voorzichtig gas om de heftruck te verplaatsen.
Als de heftruck geparkeerd is of stil staat, de volgende aanwijzingen omtrent het verplaatsen nauwkeurig opvolgen:
Het gebruik van de heftruck met lading of met een aanhanger vergroot het risico. Blijf in dat geval extra oplettend.
G - STOPPEN VAN DE HEFTRUCK
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
- Nooit de contactsleutel op de heftruck achterlaten als de bediener niet aanwezig is.
- Als de heftruck stilstaat of als de bediener de bestuurderscabine moet verlaten (zelfs maar voor even), moet men de
vork of het toebehoren op de grond zetten, de parkeerrem aantrekken en tenslotte de rijrichtingschakelaar in de vrije
stand zetten.
- Controleren of de heftruck niet staat op een plaats waar hij het verkeer zou kunnen hinderen en of hij niet staat op minder
dan één meter van de rails van een treinspoor.
- Bij langdurig parkeren op de werkplaats, de heftruck beschermen tegen slechte weersomstandigheden en met name
in geval van vorst (het peil van het antivriesmiddel controleren), alle deuren en overige toegangen (portieren, ruiten,
kappen enz...) tot de heftruck vergrendelen.
INSTRUCTIES
- Parkeer de heftruck op een vlak stuk grond of op een helling van minder dan 15%.
- Zet de rijrichtingschakelaar in de vrije stand.
- De parkeerrem aantrekken.
- Wat betreft heftrucks met versnellingsbox, de versnellingshendel in de vrije stand zetten.
- De arm volledig intrekken.
- De vork of het toebehoren plat op de grond zetten.
- Indien men een toebehoren met grijper of tang gebruikt of een bak met hydraulische opening, dit toebehoren helemaal
dicht zetten.
- Alvorens de heftruck te stoppen na intensieve werkzaamheden, de verbrandingsmotor enkele ogenblikken lang stationair
laten draaien zodat de koelvloeistof en de olie de temperatuur van de verbrandingsmotor en de overbrenging iets
kunnen laten dalen. Deze voorzorgsmaatregel niet vergeten uit te voeren bij regelmatige stilstanden of als de motor
warm afslaat, zo niet zal de temperatuur van bepaalde onderdelen aanzienlijk kunnen oplopen doordat het koelsysteem
niet meer werkt. Zij zouden hierdoor beschadigd kunnen raken.
- De verbrandingsmotor tot stilstand brengen met behulp van de contactsleutel.
- De contactsleutel uit het contact halen.
- De heftruck helemaal afsluiten (portieren, ruiten, kappen...).
BELANGRIJK
Het opstarten en het verplaatsen van de heftruck op een helling kan zeer gevaarlijk zijn.
- Op het pedaal van de bedrijfsrem duwen.
- In de eerste of tweede versnelling gaan staan
-
De versnelling vooruit of achteruit instellen.
- Ervoor zorgen dat niets of niemand de gang van de heftruck in de weg staat.
- Het pedaal van de bedrijfsrem loslaten en de verbrandingsmotor versnellen.
(volgens het
heftruckmodel).
(volgens heftruckmodel)
1 - 15
2 - BESCHRIJVING: CONTROLE- EN