nl - Vertaling van de originele instructies
6.6.2 Voorbeeld: Hellingsinstellingen
Grafiek
Afbeelding 18: Hellingsinstellingen
Tabel 13: Beschrijving
1
2
3
4
5
6
7
RA
RB
R1
R2
R3
R4
Voor meer informatie over de aanpassing van de hellingen, zie par. 6.5.3.
6.6.3 Voorbeeld: Effective Required Value / Werkelijke gewenste waarde
Pompen worden ingeschakeld in de Cascade modus:
1. De hoofdpomp bereikt P60 (snelheid geactiveerd).
2. De werkelijke waarde daalt naar de cut-in waarde van de 1
3. Een nieuwe gewenste waarde, P02 (Werkelijke gewenste waarde) wordt berekend na het
40
H [bar]
P01 (Required Value)
P37 (aanpassingshysteresis) als een % van P36 (aanpassingsvenster)
P36 (aanpassingsvenster) als een % van P01 (vereiste waarde)
P35 (minimumsnelheid - duur)
P27 (minimumsnelheid)
Werkelijke opvoerhoogte
Werkelijke snelheid
P32 (acceleratiehelling bij opstarten)
P32 (vertragingshelling bij uitschakeling)
P28 (helling 1) - Snelle snelheidsverhoging van helling
P29 (helling 2) - Snelle snelheidsverlaging van helling
P30 (helling 3) - Trage snelheidsverhoging van helling
P31 (helling 4) - Trage snelheidsverlaging van helling
e
De 1
hulppomp schakelt automatisch in. (Waardevermindering = P01 (vereiste waarde) - P59
(werkelijke waardevermindering))
starten.
t [s]
e
hulppomp.