nl - Vertaling van de originele instructies
P29
P30
P31
P32
P33
P34
P35
34
Ramp 2 (Helling 2) [1÷250]
Ramp 3 (Helling 3) [1÷999]
Ramp 4 (Helling 4) [1÷999]
Ramp Speed Min Acceleration
[2.0÷25.0] (Min versnelling
snelheid van helling [2.0÷25.0])
Ramp Speed Min Deceleration
[2.0÷25.0] (Min vertraging
snelheid van helling [2.0÷25.0])
Speed Min Configuration [STP,
SMI] (Min configuratie snelheid
[STP, SMI])
Smin time
(Smin tijd) [0÷100]
Hij beïnvloedt de besturing van de pomp in de HCS-, MSE-
en MSY-bedieningsmodi (zie ook Par. 6.6.2).
Standaard: 3 s.
s
Deze parameter past de snelle acceleratietijd aan
Hij beïnvloedt de besturing van de pomp in de HCS-, MSE-
en MSY-bedieningsmodi (zie ook Par. 6.6.2).
Standaard: 3 s.
s
Deze parameter past de trage acceleratie aan.
Hij bepaalt:
De Hydrovar®-aanpassingssnelheid, in het geval van
kleine variaties in de stroomsnelheid
De constant uitgaande druk.
De helling hangt af van het systeem dat bediend wordt en
beïnvloedt de bediening van de pomp in de HCS-, MSE- en
MSY- bedieningsmodi (zie ook Par. 6.6.2).
Standaard: 35 s.
s
Aanpassing van de trage vertragingstijd (zie ook Par.
6.6.2).
Andere karakteristieken: dezelfde als bij helling 3.
s
Deze parameter stelt de snelle acceleratietijd in.
Hij heeft de acceleratiehelling weer die gebruikt wordt
door de Hydrovar
van de pomp bereikt wordt (P27).
Hij beïnvloedt de besturing van de pomp in de HCS-, MSE-
en MSY-bedieningsmodi (zie ook Par. 6.6.2).
Standaard: 2,0 s.
s
Deze parameter stelt de snelle vertragingstijd in.
Hij heeft de vertragingshelling weer die gebruikt wordt
door de Hydrovar
van de pomp bereikt wordt (P27).
Hij beïnvloedt de besturing van de pomp in de HCS-, MSE-
en MSY-bedieningsmodi (zie ook Par. 6.6.2).
Standaard: 2,0 s.
Deze parameter bepaalt de werking van de Hydrovar®-
regelaar zodra de minimumsnelheid van de pomp bereikt
is (P27):
STP
(STP): zodra de vereiste druk bereikt is en er geen
andere verzoeken zijn, zal de pompsnelheid
verminderen tot de geselecteerde P27-waarde:
Hydrovar® blijft dan draaien gedurende het
geselecteerde tijdsinterval (P35) en zal dan
automatisch stoppen.
SNI
(SMI): zodra de vereiste druk bereikt is en er
geen andere verzoeken zijn, zal de pompsnelheid
verminderen naar de geselecteerde P27-waarde:
Hydrovar® blijft draaien tegen dezelfde snelheid. Deze
parameter beïnvloedt de besturing van de pomp bij de
HCS, MSE en MSY regelmodi.
Standaard: STP
s
Deze parameter stelt de tijdsvertraging in, voordat er een
uitschakeling onder P27 gebeurt.
Hij wordt enkel gebruikt door de Hydrovar®-regelaar als
P34 = STP.
Hij beïnvloedt de besturing van de pomp in de HCS-, MSE-
en MSY-bedieningsmodi.
®
-regelaar totdat de minimumsnelheid
®
-regelaar totdat de minimumsnelheid