De resterende levensduur van de olie
wordt weergegeven op het Driver
Information Center 3 100.
Instrumenten en bedieningsorganen
Selecteer op het Midlevel-display het
menu Optie ? door op MENU op de
richtingaanwijzerhendel te drukken.
Draai aan het stelwiel om de pagina
Resterende levensduur olie te selec‐
teren.
Selecteer op het Uplevel-display het
menu Info Q door op MENU op de
richtingaanwijzerhendel te drukken.
Draai aan het stelwiel om de pagina
Resterende levensduur van de olie te
selecteren.
De resterende levensduur van de olie
wordt aangeduid met een percen‐
tage.
Terugzetten
Druk gedurende enkele seconden op
SET/CLR op de richtingaanwijzer om
terug te zetten. De pagina met de
resterende levensduur van de motor‐
olie moet actief zijn. Het contact moet
ingeschakeld zijn maar de motor
moet niet draaien.
Bij het verversen van de olie moet het
systeem altijd worden teruggezet om
goed te kunnen werken. Roep de hulp
van een werkplaats in.
Volgende onderhoudsbeurt
Wanneer het systeem heeft berekend
dat de levensduur van de motorolie is
verstreken, verschijnt er een waar‐
schuwingsbericht op het Driver Infor‐
mation Center. Laat de motorolie en
het oliefilter binnen een week of
500 km door een werkplaats vervan‐
gen (wat het eerst voorkomt).
Driver Information Center 3 100.
Service-informatie 3 232.
Controlelampen
De beschreven controlelampjes zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze
beschrijving geldt voor alle instru‐
mentuitvoeringen. Afhankelijk van de
uitrusting kan de plaats van de
controlelampjes variëren. Bij het
inschakelen van het contact lichten
de meeste controlelampjes korte tijd
op bij wijze van functietest.
Betekenis kleuren controlelampjes:
rood
: gevaar, belangrijke herinne‐
ring
geel
: waarschuwing, aanwijzing,
storing
89