Inschakelen
Druk binnen vijf seconden tweemaal
op e van de handzender.
Diefstalalarmsysteem
Het alarmsysteem is gecombineerd
met het vergrendelingssysteem.
Het bewaakt:
● portieren, achterklep, motorkap
● contactslot
Bij het ontgrendelen van de auto
worden beide systemen tegelijk uitge‐
schakeld.
Activeren
Alle portieren moeten gesloten zijn en
de elektronische sleutel of het elek‐
tronische sleutelsysteem mag niet in
de auto blijven. Anders kan het
systeem niet worden geactiveerd.
● Handzender: werkt automatisch
30 seconden na het vergrende‐
len van de auto door één keer op
e te drukken.
● Elektronisch sleutelsysteem:
werkt automatisch 30 seconden
na het vergrendelen van de auto
door op de knop op een buiten‐
greep te drukken.
● Handzender of elektronische
sleutel: rechtstreeks door e twee
keer binnen vijf seconden in te
drukken.
● Elektronisch sleutelsysteem met
ingeschakelde passieve vergren‐
deling: werkt kort na passieve
vergrendeling.
Let op
Bij wijzigingen in het interieur, zoals
het gebruik van stoelhoezen en bij
open ruiten, werkt de bewaking van
het interieur wellicht minder goed.
Sleutels, portieren en ruiten
Status-led
De status-led is geïntegreerd in de
sensor boven op het instrumentenpa‐
neel.
Status tijdens de eerste
30 seconden na het activeren van het
alarmsysteem:
Led
: test, inschakelvertraging
aan
Led
: portieren, achterklep of
knip‐
motorkap niet goed dicht,
pert
eventuele systeemstoring
snel
31