Daarnaast zal er boordinformatie
verschijnen op het Driver Information
Center, als er door tijdelijke omstan‐
digheden, zoals dichtgesneeuwde
sensoren, een systeemstoring wordt
waargenomen.
Boordinformatie 3 106.
Belangrijke tips voor het gebruik
van parkeerhulpsystemen
9 Waarschuwing
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen reflecterende oppervlak‐
ken van uiteenlopende aard op
voorwerpen of kleding evenals
externe geluidsbronnen ertoe
leiden dat het systeem obstakels
niet waarneemt.
In het bijzonder moet gelet worden
op lage obstakels die het onderste
gedeelte van de bumper kunnen
beschadigen. Indien dergelijke
obstakels de waarnemingszone
van de sensoren verlaten wanneer
het voertuig dichterbij komt, zal er
een continu waarschuwingssig‐
naal klinken.
Voorzichtig
Het systeem werkt eventueel
minder goed wanneer de senso‐
ren zijn bedekt, bijv. met ijs of
sneeuw.
Het parkeerhulpsysteem werkt bij
een zware belading eventueel
minder goed.
Voor grotere auto's in de buurt
(bijv. off-roads, minivans, vans)
gelden speciale voorwaarden. De
objectherkenning en de juiste
afstandsindicatie in het bovenste
deel van deze voertuigen kan niet
worden gegarandeerd.
Objecten met een erg klein reflec‐
tievlak, bijv. smalle voorwerpen of
zachte materialen, herkent het
systeem mogelijkerwijs niet.
Parkeerhulpsystemen detecteren
geen voorwerpen buiten het
detectiebereik.
Rijden en bediening
Let op
Het parkeerhulpsysteem herkent
automatisch een af fabriek gemon‐
teerde trekhaak. Het systeem wordt
gedeactiveerd zodra u de stekker
erin steekt.
De sensor kan een niet-bestaand
voorwerp (storingsecho) herkennen
als gevolg van akoestische of
mechanische invloeden van
buitenaf.
Let op
De parkeerhulp wordt uitgeschakeld
wanneer het draagsysteem aan de
achterzijde wordt uitgetrokken.
Achteruitkijkcamera
De achteruitkijkcamera helpt de
bestuurder bij het achteruitrijden door
middel van een weergave van het
gebied achter de auto.
Het camerabeeld verschijnt op het
Info-Display.
169