Als de elektronische sleutel in de auto
blijft zitten of als het contact nog
steeds ingeschakeld is, is passieve
vergrendeling niet toegestaan.
Als er twee of meer elektronische
sleutels in de auto's zijn geweest en
het contact één keer aan was,
vergrendelt de functie de auto als er
maar één elektronische sleutel uit de
auto wordt genomen.
Passief vergrendelen kan worden
uitgeschakeld door bij een geopend
portier gedurende enkele seconden
op c te drukken. Deze blijft uitgescha‐
keld totdat e wordt ingedrukt of het
contact wordt ingeschakeld.
U kunt deze passieve vergrendeling
in- of uitschakelen in het menu Instel‐
lingen op het Info-Display.
Info-Display 3 104.
Persoonlijke instellingen 3 108.
U kunt de instelling opslaan voor de
gebruikte elektronische sleutel 3 24.
Kindersloten
9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Gebruik een sleutel of een passende
schroevendraaier en draai het kinder‐
slot in het achterportier in de horizon‐
tale stand. Het portier kan niet meer
van binnen worden geopend. Om de
functie te deactiveren, draait u het
kinderslot in de verticale stand.
Sleutels, portieren en ruiten
Portieren
Bagageruimte
Achterklep
Openen
Druk na het ontgrendelen op de
tiptoets en open de achterklep.
Sluiten
Gebruik een van de binnenste hand‐
grepen.
Druk tijdens het sluiten niet opnieuw
op de tiptoets of het merkembleem,
om te voorkomen dat de achterklep
weer wordt ontgrendeld.
29