5.1
Elektrohydraulisch stuurventielenblok
De hydraulische functies van de machine worden
aangestuurd door elektrohydraulische stuurven-
tielenblokken.
Eerst moet de gewenste hydraulische functie in
de AMATRON 3 worden geselecteerd, voordat
de betreffende regeleenheid de hydraulische
functie kan uitvoeren.
Door het vrijschakelen van de hydraulische func-
ties in de AMATRON 3 kunnen alle hydraulische
functies worden bediend met slechts
•
2 tractor-regeleenheden voor de machine-
functies;
•
1 tractor-regeleenheid voor de turbine.
5.2
Hydrauliekslangen
5.2.1
Hydrauliekslangen aansluiten
Cirrus BAH0049-1 09.14
Afb. 47
WAARSCHUWING
Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar
buiten stroomt!
Bij het aansluiten en loskoppelen van de hydrauliekslangen moet het
hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine druk-
loos zijn!
Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts.
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen
trekken en stoten door functiestoringen als gevolg van ver-
keerd aangesloten hydrauliekslangen!
Let bij het aansluiten van de hydrauliekslangen op de kleurmarkerin-
gen op de hydraulische stekkers.
•
Controleer of de hydraulische oliën onderling compatibel zijn
voordat u de machine aansluit op het hydraulische systeem van
de tractor.
Meng geen minerale olie met biologische olie!
•
Neem de maximaal toegestane oliedruk van 210 bar in acht.
•
Sluit uitsluitend schone hydraulische stekkers aan.
•
Steek een hydraulische stekker zo ver in de hydrauliekmof tot
de stekker duidelijk vastklikt.
•
Controleer of de hydrauliekslangen correct zijn aangesloten en
goed afdichten.
Opbouw en werking
59