Algemene veiligheidsinstructies
2.16.6
Remsysteem
Luchtdrukremsysteem
38
•
Alleen vakbedrijven of erkende remspecialisten mogen instel- en
reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem uitvoeren!
•
Laat het remsysteem regelmatig grondig controleren!
•
Stop de tractor direct in geval van storingen in het remsysteem.
Laat de storing direct verhelpen.
•
Zet de machine op een veilige plaats en beveilig de machine
tegen onbedoeld zakken en wegrollen (wielblokken) voordat u
werkzaamheden aan het remsysteem uitvoert!
•
Ga bijzonder voorzichtig te werk bij las-, snij- en boorwerkzaam-
heden in de nabijheid van remleidingen!
•
Voer na alle instel- en reparatiewerkzaamheden aan het remsys-
teem altijd een remmentest uit!
•
Maak voor het aankoppelen van de machine eerst de afdichtrin-
gen van de koppelmoffen van voorraad- en remleidingen
schoon!
•
U mag met de aangekoppelde machine pas wegrijden als de
manometer op de tractor 5,0 bar aangeeft!
•
Tap elke dag het water uit de luchtketel af!
•
Sluit de koppelmoffen op de tractor als u gaat rijden zonder ma-
chine!
•
Bevestig de koppelmoffen van de voorraad- en remleiding van
de machine aan de daarvoor bestemde blinde koppelingen!
•
Gebruik voor het bijvullen of verversen altijd de voorgeschreven
remvloeistof. Houd u bij het verversen van de remvloeistof aan
de betreffende voorschriften!
•
De voorgeschreven instellingen van de remkleppen mogen niet
worden gewijzigd!
•
Vervang de luchtketel zodra
ο
de luchtketel in de spanbanden kan worden bewogen
ο
de luchtketel beschadigd is
ο
het typeplaatje op de luchtketel begint te roesten, los is of
ontbreekt.
Cirrus BAH0049-1 09.14